Griekenland 2009

Dit keer gaan we met de auto naar één van onze favoriete bestemmingen, Griekenland. De heenreis gaat via Duitsland, Lichtenstein, Oostenrijk en Venetië en terug rijden we via Italië, Zwitserland, Frankrijk en België.

heenreis

 Duitsland

  Liechtenstein

  Oostenrijk

Zondag 6 september
Maarssen - Nerenstetten, 722 km
Als de auto helemaal is ingepakt gaan we rond 8.20 uur op weg voor onze reis met als uiteindelijke bestemming Griekenland. We hebben een hele afstand af te leggen vandaag en rijden dus alleen maar over de snelweg. Ondanks dat is het toch wel een mooie route. Via de A2 gaan we bij Maastricht de grens met Duitsland over en volgen we de 61 tot voorbij Mannheim.
We rijden langs Karlsruhe en Stuttgart en zonder files komen we na bijna 8 uur aan bij ons eerste overnachtingshotel, gasthof Adler in Nerenstetten. Het is een goed hotel waar we voor € 25,00 een lekkere schnitzel, rosbief en een wijntje hebben.


Maandag 7 september
Nerenstetten - Liechtenstein - Tarrenz, 321 km
Na een goed ontbijt nog even de tolvignetten voor Oostenrijk en Zwitserland op de ruit plakken en rijden maar. Om 9.15 uur zijn we op weg. We rijden langs de Bodensee en gaan via Zwitserland naar Liechtenstein. Daar zijn we nog nooit geweest en nu we er in de buurt zijn willen we er toch even doorheen rijden. Dit vorstendom is een dwergstaat met een oppervlakte van 160 km². Alleen Vaticaanstad, Monaco en San Marino zijn nog kleiner. In het westen en zuiden grenst het aan Zwitserland en in het oosten en noorden aan Oostenrijk. Het bergachtige land is een wintersportoord en tevens een belastingparadijs en net als Zwitserland is het geen lid van de Europese Unie. 
We kunnen weer goed doorrijden en zijn rond 16.00 uur in Tarrenz bij haus Selma. Het is een goed, enigszins gedateerd, pension en wordt gerund door een lieve vrouw. We kunnen er niet eten maar frau Selma raad ons aan om in het restaurant van hotel Gurgltaler Hof boven op de berg te gaan eten. Om te kijken of dat een optie is rijden we nog even een rondje door Tarrenz, een stad op 838 meter hoogte in de Oostenrijkse deelstaat Tirol. De stad is ook wel bekend onder de naam "das Hexendorf", het heksendorp. Om de vier jaar is er een groot carnaval dat wordt gevierd met een optocht met een grote heks voorop, die getrokken wordt door allemaal als heks verkleedde mannen. Er wordt een hoop lawaai bij gemaakt en aan het eind van het feest wordt de grote heks verbrand.
Bij de pinautomaat komen er alleen maar flappen van € 100,00 uit. Gelukkig is de bank nog net niet gesloten en al is de kassier verbaasd dat we dit willen is hij wel bereid om te wisselen. Het geld komt gewoon uit een la achter de balie. We nemen ook even een kijkje bij het restaurant. Daar hebben we een mooi uitzicht over de stad en de omgeving.
Eerst nog een borrel op ons balkon en dan lopend de berg op om te gaan eten. Inclusief een drankje betalen we voor een bord spaghetti en een mix grill € 32,50.


Dinsdag 8 september
Tarrenz - Leifers, 179 km
Frau Selma heeft voor een lekker ontbijt met een eitje gezorgd en zwaait ons om 9.40 uur uit.
Na zo'n 60 km komen we bij de Timmelsjoch, een 2509 meter hoge bergpas op de grens tussen het Oostenrijkse Tirol en het Italiaanse Zuid-Tirol. In 1959 was de hele weg aangelegd, maar het duurde nog tot 1968 voordat de weg in beide richtingen werd opengesteld. Het is de hoogste grensovergang van Oostenrijk en vanaf het dorp Hochgurgl betalen we € 13,00 tol. Een deel van deze tol wordt afgedragen aan Zuid-Tirol. De pas is normaal gesproken van half juni tot half oktober open en vanwege de grote stijgingen verboden voor vrachtverkeer.
De weg is goed, we hebben mooi helder weer en genieten van alle mooie uitzichten. Als we de pas gehad hebben zijn we vrij snel in Leifers, Laives in het Italiaans. Het is een stadje en gemeente in de Italiaanse provincie Zuid-Tirol en één van de vijf gemeenten in Zuid-Tirol met een Italiaanse meerderheid.
Hotel Schneiderwiesen ligt op 1400 meter hoogte en om er te komen moeten we via een smalle kronkelige weg waar geen eind aan lijkt te komen. Toch zijn we om 14.40 uur al bij het hotel.
Na een korte wandeling zitten we met een boek, een hapje en een drankje lekker in de zon op het balkon. We kijken uit over een gigantisch weiland waar een aantal paarden lopen en een man ligt te zonnen. Het hotel ligt erg afgelegen maar gelukkig hebben ze een restaurant waar we voor € 35,00 een heerlijke goulash en een entrecote hebben. Met een glas wijn erbij en een ijsje en koffie als toetje is het helemaal af.


Venetië

Woensdag 9 september
Leifers - Venetië, 244 km
Het ontbijt is een beetje karig maar wel goed. Om 10.20 uur beginnen we aan de volgende etappe. We hebben tijd zat en besluiten om de snelweg te mijden en binnendoor te rijden. Het is een mooie route en er is weer genoeg te zien. Onderweg eten we een broodje in het restaurant van een pompstation.  
Eenmaal in Venetië hebben we met behulp van ons navigatiesysteem de straat waar het hotel aan ligt al snel gevonden. Het huisnummer vinden kost wat meer moeite, we zien alleen maar wat oude verwaarloosde huizen maar geen hotel. Na twee keer heen en weer te zijn gereden komen we erachter dat we eerst een weg over moeten steken waar de straat verder gaat. 
Om 16.15 uur hebben we hotel Villa Dori eindelijk gevonden. De kamers hebben verschillende thema's en wij krijgen er één in oriëntaalse stijl. Het hotel ligt een kilometer of elf buiten Venetië in de stad Mestre. Voor het eerst deze vakantie kunnen we internetten en voor een half uur betalen we € 3,00 maar we hebben gelukkig wel een goede verbinding.
Op ons terrasje nemen we een drankje en ruiken de etensgeuren die uit een kamer vlak bij komen. Er zitten een aantal Polen die gewoon in hun kamer op campinggas hun eten aan het koken zijn.
Op zoek naar een restaurant hebben we al ruim 20 minuten gelopen en staan we op het punt om terug gaan als we in het leuke centrum van de wijk Marghera Ca'Sabbioni komen. In de hoofdstraat zitten voldoende restaurantjes waar je voor een redelijke prijs kunt eten. Twee hamburgers met patat, bier en wijn kosten € 26,00.


Donderdag 10 september
Venetië
We hebben geen zin om voor € 7,00 p.p. in het hotel te ontbijten dus maken we zelf wat. Met de shuttlebus van 11.00 uur gaan we naar het historische centrum van Venetië. Na ongeveer een kwartiertje rijden komen we aan bij het busstation op Piazzale Roma. Dit is redelijk dicht bij de haven vanwaar we morgen vertrekken. Hier gaan we eerst even kijken om ons vast te oriënteren. Venetië is de hoofdstad van de regio Veneto en van de provincie Venetië en is bekend om het historische centrum met zijn vele water. De stad ligt op een groep kleine eilanden midden in de Laguna Veneta en staat sinds 1987 met zijn lagune op de werelderfgoedlijst. Het bestaat uit meer dan honderd eilanden en de beroemde kanalen fungeren als wegen. Om al die eilandjes met elkaar te verbinden zijn er zo'n 400 bruggen over de 177 kanalen. Het vervoer bestaat uit waterbussen, privé-boten en gondels. De klassieke Venetiaanse gondel wordt vooral gebruikt door toeristen of voor speciale gebeurtenissen als bruiloften en begrafenissen. Het Canal Grande is de "hoofdstraat" die dwars door de stad loopt, 4 km lang en 30 tot 70 meter breed. Over dit kanaal zijn maar een paar bruggen die een verbinding maken. Bijnamen zijn heel toepasselijk "stad van het water" en "stad van de bruggen".
We hebben al heel wat kanalen gezien en zijn al over veel kleine bruggetjes gelopen als we na een flinke wandeling bij het Piazza San Marco komen. Het is het bekendste, centrale plein en het hart van de stad. Het plein is genoemd naar de evangelist Marcus, de beschermheilige van Venetië. Hier vind je onder andere de San Marcobaseliek en het Dogenpaleis.
Ook staat er de Campanile, een 98,5 meter hoge klokkentoren. Een stevige kolom van baksteen, een klokkenkamer met vijf klokken, een observatorium en een pyramidevormige spits met daarop een engelvormige windvaan. Rondom is een galerij met winkels en horecagelegenheden en op het plein stikt het van de duiven en toeristen.
We zoeken een plekje in de schaduw waar we even kunnen zitten om een broodje te eten en wat uit te rusten. Op ons gemak lopen we terug naar Piazzale Roma waar we de lokale bus nemen. De bus stopt aan de hoofdstraat en na nog een klein half uurtje lopen zijn we bij ons hotel.
Moe en met zere voeten installeren we ons op het terras van de kamer. Als we wat uit de kluis willen halen krijgen we hem met geen mogelijkheid meer open. Het duurt even voor er iemand komt die de kluis open kan maken maar het lukt in ieder geval wel. Toch maar niet meer gebruiken. We eten weer in de hoofdstraat, dit keer pizza met bier en wijn voor € 16,00.
Terug in het hotel kopen we nog een keer een code om te internetten maar helaas is er een storing. Wel krijgen we ons geld terug. Al met al was het een leuke warme dag in een mooie stad die zeker de moeite waard is om te zien.


Vrijdag 11 september
Venetië - Igoumenitsa, ±1000 km
Opnieuw maken we zelf een ontbijt en om 10.00 uur vertrekken we richting de haven. We rijden over Ponte della Liberta, de brug die het vaste land verbindt met het historische centrum van de stad. We kunnen in één keer doorrijden en zijn veel te vroeg.
Bij het inchecken bij Minoan Lines blijkt dat we niet de boot hebben die we hebben geboekt. In plaats van de Pasiphea Palace is het de Zeus Palace geworden. Ondanks dat we zo vroeg zijn gaat de tijd toch wel snel. We lopen wat rond in de haven en maken nog even een broodje. 
De boot vaart na Igoumenitsa door naar Corfu en Patras. Op het parkeerterrein staan de auto's voor alle bestemmingen door elkaar heen en het inschepen verloopt erg chaotisch. Uiteindelijk gaan we om 13.30 uur boord en al snel hebben we onze hut gevonden, een mooie ruime buitenhut. Ruim een uur later vertrekken we, 45 min te laat.
Voor we open zee bereiken varen we helemaal langs de stad. Hoog vanaf het dek hebben we een prima zicht en krijgen we een beter beeld hoe de stad in elkaar zit. Als we de stad uit zijn komt er een kleine boot langszij die helemaal tegen onze boot aan hangt. Even later zien we een man, de loods, van onze boot overstappen op de kleine boot.
Er is een a la carte restaurant en een buffetrestaurant aan boord. Wij kiezen voor het buffet en eten voor € 42,50 suflaki, tzatziki en salade met wijn. Onderweg kijken we af en toe even op ons navigatiesyteem waar we ongeveer zijn. Hier kunnen we ook op zien dat we 50 km per uur varen.


Griekenland

Zaterdag 12 september
Igoumenitsa - Konitsa, 146 km
Als we wakker worden hebben we er al een heel eind op zitten en varen we langs de kust van Albanië. In de hut maken we met wat toast en koffie zelf een ontbijtje. De snelheid is nu gemiddeld nog maar 35 km. Het is mooi weer en de tijd die het nog duurt vermaken we ons aan dek. We kopen een paar broodjes en een sapje als lunch waarna we al snel verzocht worden om de auto op te zoeken. Na 23 uur varen en met 2 uur vertraging komen we om 14.00 uur aan in Igoumenitsa, een havenstad in het noordwesten van Griekenland in de regio Epirus. Tot de Eerste Balkanoorlog in 1913 was de stad in Turkse handen en was het een klein, onbelangrijk vissersdorpje, tot het in 1936 (tot 2010) hoofdplaats van de nomos Thesprotía werd. In de Tweede Wereldoorlog werd het in 1944, tijdens de aftocht van de Duitse bezettingstroepen, met de grond gelijk gemaakt, waarna het volledig werd herbouwd als een moderne stad.
Na drie kwartier kunnen we van de boot af en als we de haven uitrijden zitten we meteen op de grote weg. Tot aan Konitsa is de weg goed en na ongeveer 2 uur rijden zijn we bij hotel Kougias in het centrum van de stad. Het ziet er alleen wel erg dicht uit. Als we voor de deur staan zit er een memo op met het verzoek of we een mobiel nummer willen bellen. In verband met familie omstandigheden is het hotel helaas niet open maar er is wel een ander hotel voor ons geregeld. Grand Hotel Dendro ligt wat verder uit het centrum en we moeten even zoeken voor we het gevonden hebben. Het is een goed hotel met een schitterend uitzicht. Alleen jammer dat we geen balkon hebben.
Konitsa is een leuk dorpje met genoeg restaurantjes en winkels. We gaan eerst met de auto boodschappen doen. In de supermarkt hebben we voor een paar centen een heerlijke witte wijn gevonden. Vanavond gaan we lopend terug om te eten. Ze spreken alleen grieks maar met handen en voeten en onze beperkte kennis van het grieks weten we voor € 30,00 tzatziki, varkensfilet, suzuki, salade, wijn en bier te bestellen. Het is heerlijk alleen veel te veel.


Zondag 13 september
Zagoria
We gaan om 10.40 uur op weg voor een rondje door de bergachtige streek Zagoria, land achter de bergen, in de provincie Epirus. Het bestaat uit 46 dorpen waarvan er 44 zijn bewoond. De huizen in deze dorpen zijn gebouwd in typische Zagori-stijl. Zowel de muren als de daken zijn gemaakt van opeengestapelde platte stenen. Het is de lokale leisteen, het zogenaamde gneis, dat in de omgeving volop te vinden is. Ook de kerken, pleinen en geplaveide straten zijn gemaakt van deze leisteen.  
Uniek in dit gebied zijn de boogbruggen die eeuwen geleden over de geulen en rivieren gebouwd zijn van losse stenen. Samen met de keitjes paden was dit de enige verbinding tussen de dorpen. Onder aan de brug werd dikwijls een klok geplaatst. Als de klok door de wind tot huilen werd gebracht betekende dit dat de overgang gevaarlijk was. Door de harde wind of storm liep de gebruiker van de brug het gevaar in de rivier geblazen te worden. 
We komen wilde varkens tegen en de eerste boogbrug die we zien ligt tussen twee hoge bergen. Al snel komen we in Kipi waar een driedubbele boogbrug ligt, de Plakidas brug. In het dorpje vragen we aan een paar inwoners hoe we er kunnen komen. In gebrekkig duits vertellen ze ons dat het ongeveer een kwartiertje lopen is. We durven het toch niet aan om te gaan lopen maar weten nu wel waar we moeten zoeken. Met de auto zijn we er zo. Het is een mooie brug die stamt uit 1814 en werd gefinancierd door een monnik. 
Hierna rijden we door naar het verlaten Rongovou klooster aan de rand van de Vikos kloof. Het originele klooster is in 1050 gebouwd ter nagedachtenis van Agios Ioannis Prodromos en bestaat sinds 1749 in zijn huidige vorm. Tot voor kort kon je hier alleen maar lopend komen, nu gaat er een smalle goede weg heen. 
Het is niet veel verder rijden tot Tsepelovon, het grootste dorp dat in het midden van het Vikos-Aoos nationale park ligt. Het is een leuk dorp met een aantal taverna's en als middelpunt op het plein een grote plataan. Op het terras van taverna Zagorisio nemen we tzatziki en een omelet en genieten we van de lokale bevolking om ons heen. We maken het rondje af door via Vrisokhorion over een kronkelige nieuwe weg terug te rijden naar Konitsa. 
We hebben nog wat boodschappen nodig maar de supermarkt is helaas niet open dus halen we het hoogstnoodzakelijke veel te duur bij de kiosk op het plein. En ook te snel want even later is de supermarkt toch open. Weer eten we lekker, dit keer 2 pita giros, patat, wijn en bier voor € 10,00. Er komt een man het restaurant binnen die iedereen een hand geeft. Waarschijnlijk een lokale politicus. Op het plein in het centrum eten we nog een ijsje.


Maandag 14 september
Konitsa - Kastraki, 199 km
We maken zelf een ontbijt en om 10.45 uur is de auto weer ingeladen en zijn we klaar voor de volgende etappe. Het is niet ver rijden naar Monodhendhri, aan de rand van de Vikos-kloof in het Pindus gebergte. We hebben al een stuk gelopen en willen net terug gaan naar de auto als we het bord zien van de wandeling die we zoeken. Na ongeveer 1 km komen we bij het klooster Agis Paraskevi. Hier hebben we een schitterend uitzicht op de kloof die 20 km lang is en wanden heeft van 1 km hoog. De kloof is uitgeslepen door een rivier die in de zomertijd bijna is uitgedroogd. Het is de diepste kloof van de wereld en heeft hiermee in 1997 een plekje veroverd in het Guinness Book of Records en word ook wel de Grand Canyon van Griekenland genoemd. Echt heel mooi om te zien en de wandeling zeker waard.
Voor we verder rijden gaan we in Monodhendhri eerst wat eten. Het duurt erg lang voor we het bestelde balletje en brood krijgen maar het is wel erg lekker. Onze volgende stop is in Ioánnina, de hoofdstad van het gelijknamige departement.
De bedoeling is om hier wat te winkelen maar 's middags zijn de winkels dicht en bovendien valt parkeren er niet mee. De stad ligt aan het geelgroene Pamvotis-meer en is omringd door ruige bergtoppen. In het meer ligt één eiland, Nissi. Verspreid over het eiland staan 5 kloosters, de oudste uit de 11e eeuw en de jongste uit de 17de eeuw.
Hierna rijden we via een mooie route door naar Kastraki waar we aan het eind van de middag aankomen bij hotel Spanias.
Het hotel ligt vlak bij Meteora en vanaf het balkon hebben we dan ook een schitterend uitzicht. Echt een superligging. Kastraki is een leuk dorpje waar we heerlijke tzatziki, spaghetti, mousaka, wijn en bier hebben voor € 40,00. Aan het eind van de middag werd het al steeds donkerder en terwijl we zitten te eten begint het te regenen. Terug lopen we dan ook door de stromende regen. In het hotel maken we nog even gebruik van het gratis internet en bellen we naar huis.


Dinsdag 15 september
Kastraki - Karditsa, 86 km
Na een goed ontbijt gaan we om 11.15 uur op weg. Voor we doorrijden naar onze volgende bestemming rijden we eerst een rondje door Meteora. Het regent en het is erg bewolkt en nevelig waardoor we bijna geen zicht hebben. We nemen een kijkje in Kalambaka en gaan even bij het hotel langs voor een sanitaire stop. Inmiddels begint de regen en de bewolking weg te trekken. Nadat we onderweg een broodje hebben gegeten is het helder genoeg om nog een keer het rondje te maken. We zijn blij dat we niet gelijk verder zijn gereden want het is gigantisch mooi en zeker de moeite van het wachten waard. Het gebied kenmerkt zich door de op hoge rotspilaren gebouwde kloosters. Door eeuwenlange wind en watererosie (deze vlakte was ooit een binnenzee) hebben de rotsformaties hun specifieke en moeilijk te bedwingen uiterlijk gekregen.
Halverwege de 14de eeuw werden er, door elders verdreven monniken, de eerste kloosters gebouwd. Het hoogst gelegen (623 meter) en belangrijkste klooster, Groot Meteora, werd in 1336 gesticht door monnik Athanasios. Er volgden nog 23 andere kloosters waar de monniken in vrijwel volledige afzondering van de rest van de wereld leefde. Met netten aan touwen en houten ladders van soms wel 40 meter lang werden de benodigde goederen en personen naar boven getransporteerd. Het op twee na oudste klooster Agia Triada (de Heilige Drie-eenheid) is nog steeds bewoond. Het zou 70 jaar gekost hebben om al het benodigde materiaal naar de top van de rots te brengen voordat met de bouw kon worden begonnen. In 1981 werd het gebruikt als decor in de James Bond film For Your Eyes Only. Bij een parkeerplaats is het begin-en eindpunt van een kabelbaan die naar het klooster gaat. Het is een eng klein ijzeren bakje wat alleen maar door de monniken gebruikt mag worden.
We rijden via een mooie route op ons gemak naar Karditsa waar we om 15.00 uur aankomen bij hotel Kierion. Het is een goed hotel met op het dak een zwembad. Voor het eerst deze vakantie gaan we even lekker zwemmen. Het hotel ligt aan één van de hoofdstraten van de stad en vanaf het balkon hebben we een leuk zicht op deze levendige straat met aan de overkant een giros tent. Karditsa is een echte Griekse stad met een leuke autovrije promenade waar niet veel toeristen komen.
Hier zoeken we een restaurant op en hebben we voor slechts € 20,00 een suflaki, kip, tzatziki, salade, wijn en bier. In het hotel kunnen we gratis gebruik maken van het internet. We hebben geen bereik in de kamer maar gelukkig wel in de gang en op het balkon. Tot na middernacht zitten we buiten.


Woensdag 16 september
Karditsa - Delphi, 184 km
Er is een goed verzorgd ontbijtbuffet waarna we om 10.45 uur vertrekken. We rijden door een zeer gevarieerd landschap, van hoge bergen tot laagvlaktes. Om een broodje te maken gaan we van de grote weg af en stoppen we bij een klein klooster. Hier is ook een appelboomgaard waar een aantal mannen de appels aan het plukken zijn. Als we op het punt staan om verder te rijden worden we geroepen door één van de plukkers en krijgen we spontaan appels in onze armen gedrukt. Hij vindt het jammer dat we geen zak of tasje hebben, dan hadden we nog meer meegekregen. Als we willen bedanken word er niet op gereageerd. Het is net of we er niet zijn.
Hierna rijden we door naar Delphi waar we rond 15.15 uur aankomen. Het valt niet mee om hotel Athina te vinden en al zoekend vragen we bij een winkeltje de weg. De aardige eigenaar wijst ons de weg en geeft ons een plattegrond van de stad mee. Zo weten we het hotel te vinden alleen nu nog parkeren. Het is een drukke straat en we kunnen alleen aan de overkant op de stoep de auto kwijt. Uit een hotel komt een man naar buiten die ons duidelijk wil maken dat we daar niet mogen staan. De eigenaar van ons hotel zegt dat het geen probleem is dus laten we de auto voorlopig staan.
Het is weer een goed hotel met een schitterend uitzicht op de bergen van Parnassus en de golf van Korinthe, een diepe inham van de Ionische Zee die de Peloponnesos scheidt van het westelijke vaste land van Griekenland. Het is één van de gebieden in Europa met de meeste seismische activiteit.
Delphi is een bergdorp met twee hoofdstraten vol winkeltjes en hotels, toeristisch maar wel leuk. Als we een rondje hebben gelopen is er een plekje voor de auto vlak voor het hotel aan de goede kant van de weg. We genieten op ons balkon van een drankje en kunnen zelfs internetten. Waar de verbinding vandaan komt is onduidelijk maar het werkt goed. In een taverna eten we een girosschotel wat ons samen met de wijn € 17,00 kost.


Donderdag 17 september
Delphi
Het ontbijtje is een beetje karig maar wel goed. Vanaf het hotel is het ongeveer twintig minuten lopen naar het archeologische Delphi. Met het heiligdom en het orakel van de god van het licht Apollo, werd het door de klassieken als de "navel der aarde" beschouwd. Jaarlijks kwamen er duizenden mensen, vaak pelgrims, om het orakel te raadplegen en de goden om goede raad vragen bij het nemen van belangrijke en moeilijke beslissingen. Als god van het licht werd Apollo verondersteld overal door te dringen en te zien wat aan het oog van de mensen ontgaat.
Het was het grootste religieuze en geestelijke centrum van het oude Griekenland en staat sinds 1987 op de werelderfgoedlijst. De toegang is € 9,00 p.p. en als eerste bezoeken we het museum. Vlak bij de ingang liggen twee vloermozaïeken waar vogels op zijn afgebeeld, daterend uit de 4e eeuw v.C. In het museum zijn 13 vertrekken die exclusieve vondsten van Delphi bevatten. Bij elke expositie staan informatieborden in diverse talen met reconstructies, foto's en historische informatie. Er staan verschillende beelden zoals van Cleobis en Biton (de tweeling van de Kouroi), de goden Apollo en Artemis en de Sphinx van Naxos. In het museum krijgen we een goede indruk van hoe Delphi er uit gezien moet hebben. 
Weer buiten lopen we via een steile heilige weg van kalksteen en marmer naar de hoger gelegen Apollotempel. Langs deze weg komen we voorbij verschillende schathuizen. Bij de Stoa van de Atheners stond de op de perzen behaalde en aan de god gewijde buit opgesteld. De huidige Apollotempel werd gebouwd op het einde van de 6de eeuw v.C. In de cultusruimte (het adyton) bevond zich het - naar oudgriekse normen - middelpunt van de aarde, aangegeven door een rode steen, de omphalos (navel). Jammer genoeg is de tempel niet toegankelijk omdat ze, na een kleine aardbeving gisteren, bang zijn voor eventueel omlaag vallende rotsen.
Aan de overkant van de weg liggen de benedentempels van Delphi, in de volksmond Marmaria omdat ze altijd als steengroeve hebben gediend voor Kastraki. Op een smal plateau ligt het gymnasium wat dateert uit de 4e eeuw v C. Het is één van de meest complete exemplaren van een historisch gymnasium, inclusief baden. Oorspronkelijk werd het alleen gebruikt om atleten te trainen. Bij goed weer gebeurde dat op de open baan en bij slecht weer of als het te heet was op de overdekte baan. Tussen de trainingen door kregen de atleten onderwijs van priesters en wijsgeren. Hier ligt dus de oorsprong van ons gymnasium. Aan de andere kant ligt het Heiligdom van Athena Pronaia met de tempel van Athene.
 Voor we terug gaan naar het hotel gaan we even een kwartiertje zitten voor klef broodje en een sapje waar we maar liefst
€ 12,00 voor moeten betalen. Het is inmiddels behoorlijk donker en we houden het dan ook niet droog. Gelukkig hebben we poncho's bij ons en door de stromende regen lopen we terug.
Als we wat uitgerust zijn lopen we nog een rondje door de stad. De ene straat heen en de andere weer terug. We eten in een echt grieks restaurantje tegenover het hotel een pita giros, suflaki (niet echt lekker), tzatziki, patat en witte wijn. We hebben geen internet meer op de kamer maar bij een WiFi hotspot kopen we voor € 5,00 een code waar we twee uur mee kunnen doen. Het gaat niet helemaal zoals wij willen, uitloggen wil niet lukken.


Vrijdag 18 september
Delphi - Melissi, 220 km
We gaan om 10.30 uur op weg en al snel rijden we langs de kust. Het is een mooie route en weer eens wat anders om te zien. Na ongeveer 2 uur rijden komen we bij Nafpaktas. Sinds 2004 ligt hier de bijna 3 km lange Rio-Antirio brug, officieel Charilaos Trikoupisbrug, genoemd naar de staatsman die de eerste plannen had voor de bouw van de brug. Het is de langste tuibrug ter wereld met meerdere overspanningen en ligt over de Golf van Korinthe. De brug is de verbinding tussen Antirrio op het Griekse vasteland en het dorp Rio op de Peloponnesos, het grootste schiereiland van Griekenland. Het eiland is genoemd naar de Griekse held Pelops, het woord nesos betekent eiland. Voorheen was de oversteek alleen maar mogelijk met een ferry.
Als we de brug over zijn stoppen we bij het eerstvolgende pompstation om een broodje te eten. Hier kunnen we mooi de brug nog een keer zien.
We rijden verder langs de kust en komen rond 15.15 uur aan bij hotel Xylokastro Beach in Melissi. We hoeven alleen maar de weg over te steken en dan komen we bij een mooi strand aan de golf van Korinthe. Het is een goed hotel alleen jammer dat het restaurant gesloten is. Met de auto gaan we op zoek naar een ander restaurant en het dichtsbijzijnde is 2 km verderop aan het strand in hotel Lido. Aan het eind van de middag doen we een drankje op de kamer en vanavond gaan we lopend naar hotel Lido en eten voor € 33,00 een stoofpotje, bifteki, tzatziki en salade met wijn en bier.


Zaterdag 19 september
Melissi - Tolo, 139 km
We kunnen wel in het hotel terecht om te ontbijten. Om 10.30 uur vertrekken we en gaan eerst naar het kanaal van Korinthe, een kunstmatige waterweg. Het werd aan het eind van 19de eeuw aangelegd op de plaats waar de landengte van Korinthe het smalst is. Het lijnrechte kanaal is 6,3 km lang, 23 m breed en bijna 8 m diep. Ondanks dat met het kanaal de vaarweg tussen Piraeus en de Ionische zee met ongeveer 350 km is verkort is het enkel geschikt voor middelgrote schepen. De sterke stromingen zijn gevaarlijk voor kleine bootjes en de geringe diepgang is een bezwaar voor grote schepen. In een half uur loodst een sleepboot de vaarschepen er doorheen. Op ongeveer 70 m boven de waterspiegel liggen 3 bruggen (twee voor het autoverkeer en één voor de spoorweg). Vanaf een brug hebben we een schitterend zicht op het kanaal. Net onder deze brug is een plateau van waar je kunt bungy jumpen.
Hierna rijden we door naar Epidavros waar het best bewaarde openluchttheater van Griekenland ligt. De toegang is € 6,00 p.p. Het stamt uit de 4de eeuw v.C. en in de zomer wordt het, met een capaciteit van 12000 tot 14000 zitplaatsen, nog steeds gebruikt voor voorstellingen van de klassieke drama's. De akoestiek is enorm en men noemt het ook wel het wonder van Epidavros. Wanneer je in het midden van het theater een muntje laat vallen of zachtjes praat dan is dat in het hele theater te horen. Het kanaal en het theater zijn alle twee erg mooi en zeer indrukwekkend om te zien.
We zijn om 15.30 uur in Tolo in hotel Viaros. Het ligt net iets hoger dan de stad zelf en we hebben dan ook een mooi uitzicht over de stad en de zee. We hebben een appartement met 2 slaapkamers, een keuken en een wat gedateerde badkamer. Het ligt op een hoek en rondom hebben we een smal balkon. Het is slecht weer dus kunnen we niet buiten zitten en door een blikseminslag gisteren doet het internet in hotel het helaas niet.
In de regen lopen we naar een restaurant aan het strand waar we suflaki, lamskotelet (echt griekse kwaliteit), koolsla, tzatziki en wijn hebben voor € 28,00.


Zondag 20 september
Tolo
Vannacht heeft het flink geonweerd en de regen kwam met bakken tegelijk naar beneden. Gelukkig is de auto niet weggespoeld en staat ie nog steeds op de helling waar we hem gisteren neer hebben gezet. Op de bovenste verdieping van het hotel genieten we van een schitterend uitzicht en een lekker ontbijtje. Tolo ligt in de baai van Argolis en was vroeger een klein vissersplaatsje dat sinds 1954 is uitgegroeid tot één van de meest bekende en populairste badplaatsen van de Peloponnesos. Het bestaat uit één lange straat met winkels en restaurants die aan de andere kant aan zee liggen. We lopen de straat door en doen wat boodschappen.
Hierna rijden we naar de 11 km verderop gelegen havenstad Nafplion. In een leuke taverna eten we een lekkere pita giros waarna we de stad in gaan. Op een grote rots staat op 220 meter hoogte de Venetiaans-Turkse Palamidivesting, gebouwd van 1711 tot 1715. Er waren acht zelfstandige bastions en elk bastion had een watervoorziening, munitiedepot, barakken, voedselopslagplaatsen en machicoulissen of mezekouwen (werpgaten) om aanvallers te verdrijven. Alle bastions waren met elkaar verbonden door een muur. De vesting is nu een goed bezochte archeologische plaats.
Vlakbij de haven ligt het vestingeiland Bourtzi met een Venetiaans fort wat in 1473 voltooid werd om de stad tegen piraten en indringers uit zee te beschermen. In 1865 werd het de woonplaats van de beulen van de Palamidivesting en van 1930 tot 1970 was het een hotel.
Nafplion is een belangrijk toeristisch en commercieel centrum met voedingsmiddelenindustrie en uitvoermogelijkheden van agrarische producten uit de omgeving en heeft een marmeren wegbedekking. In de haven liggen cruiseschepen en rondvaartboten en ondanks de bewolking is het wel droog.
Vanavond eten we voor € 23,00 de beste giros tot nu toe en veel te veel bifteki met sla, tzatziki en wijn. In het hotel hebben we nog steeds geen internet dus gaan we na het eten koffie drinken in een internetcafé.


Maandag 21 september
Tolo - Olympia, 188 km
Om 9.45 uur vertrekken we uit Tolo. We rijden dwars door de Peloponnesos en na ruim 2 uur rijden komen we in het dorpje Langadia. Het ligt aan een doorgaande weg vol bochten waar twee auto's elkaar amper kunnen passeren en die net breed genoeg is voor een vrachtwagen. We parkeren de auto en lopen door het leuke dorpje heen. Er zijn een paar kleine winkeltjes en veel restaurants en cafe's. Voor we verder gaan drinken we ergens een kop, veel te dure, koffie. 
De weg blijft smal en vol bochten. We rijden achter een vrachtwagen die in de dorpjes nauwelijks tussen de huizen door kan maar zodra we daar doorheen zijn geeft hij zoveel gas dat wij het niet bij kunnen houden.
Onderweg stoppen we nog een keer voor een broodje en komen om 14.40 uur aan in Olympia bij hotel Inomaos. Het slechtste hotel wat we tot nu toe hebben gehad, niet super schoon en hoewel het beddengoed schoon is zitten er wel allemaal donkere haren op. Het hotel ligt op loopafstand van de opgravingen van Olympia. Dit is één van de belangrijkste heiligdommen van de oudheid, opgedragen aan de Olympische Zeus, de vader van de goden. Het is de geboorteplaats van de Olympische Spelen waar de eerste spelen werden gehouden in 776 v.C. Ze werden elke vier jaar gehouden met als doel om jonge mannen hun fysieke kwaliteiten te laten tonen en om de relatie tussen de verschillende Griekse steden te bevorderen.
Toen de Romeinen het voor het zeggen kregen en het christendom de officiële religie werd werden de spelen gezien als een heidens feest. In 393 v.C. werden ze uiteindelijk verboden. De tempel van Zeus is het middelpunt en daarom heen zijn gebouwen zoals werkplaatsen, herbergen en trainingsruimtes voor de atleten. Verder is er het stadion waar 40.000 bezoekers in konden die allemaal moesteEr is ook een museum waar voornamelijk beelden staan. Vijftien eeuwen na de opheffing van de klassieke spelen, in 1896, werden de huidige spelen ingevoerd.
Vlak bij het hotel eten we vanavond voor € 26,00 heerlijke giros, tzatziki, salade en wijn.


Dinsdag 22 september
Olympia - Patras, 148 km - Ancona, ±  1000 km
Vandaag is onze laatste dag in Griekenland. We vertrekken om 9.00 uur en rijden voor het grootste gedeelte via de snelweg. Bij Vrachneika gaan we van de snelweg af. Ze hebben hier een mooi breed zandstrand en na een korte stop rijden we verder langs de kust. We komen door allerlei dorpjes en langs de weg zitten overal restaurantjes.
Zodra we een plekje vinden om te parkeren zoeken we een terrasje op. We zitten een tijd te wachten en zijn al naar de WC geweest maar de bediening laat het afweten. Dan maar ergens anders proberen. Uiteindelijk zijn we al een heel eind verder als we een leuk restaurant zien. Het wordt gerund door Italianen die zijn blijven steken in de hippietijd. We eten een tosti en kijken over de golf van Korinthe naar het vaste land.
Het is nu nog maar een klein stukje tot we bij de haven in Patras zijn. Om 15.00 uur hebben we ingecheckt bij Minoan Lines en staat de auto vooraan in de rij. Terwijl we lopen te wachten zien we de Olympia Palace aan komen en al snel daarna kunnen we als één van de eerste auto's inschepen. Het is een grotere en modernere boot als op de heenweg en we hebben een mooie grote buitenhut. Precies om 18.00 uur vertrekt de boot en zien we Griekenland achter ons verdwijnen. We nemen voor het laatst deze vakantie tzatziki, suflaki, steak, salade en wijn. Dit keer voor € 46,00.
Rond middernacht is er een korte tussenstop in Igoumenitsa waarna we verder varen langs de kust van Corfu. Vanuit onze hut zien we de lichten van de dorpjes en op ons navigatiesysteem zien we waar we zijn.


terugreis

 Italië

 Zwitserland

  Frankrijk

Woensdag 23 september
Ancona - Rimini, 101 km
Ondanks dat de bedden iets naar één kant aflopen hebben we vannacht goed geslapen. Om 14.00 uur komen we precies op tijd aan in Ancona. Het duurt wel lang voor we van de boot af kunnen maar dat is niet zo raar als je bedenkt dat we zowat als eerste aan boord zijn gegaan in Patras.
Eenmaal van de boot af is het erg druk en verliezen we ook nog veel tijd om Ancona uit te komen. Verder hebben we een goede weg waar we € 4,90 tol voor moeten betalen en om 16.30 uur zijn we bij hotel Anversa in Rimini, het enige hotel waar we half pension geboekt hebben. Als we vragen hoe laat we kunnen eten krijgen we de mededeling dat dat niet kan omdat de kok ziek is. Wel gaat de vriendelijke jongen navragen of er wat anders mogelijk is.
We gaan eerst naar onze kamer, verkennen de omgeving van het hotel en doen wat laatste boodschappen. Als we terug komen kunnen we toch kiezen uit twee menu's. Maar goed ook want er zitten echt geen restaurants in de buurt. We kiezen voor soep, een steak, sla en pudding. Helaas is het niet echt super eten maar de bedoeling is goed. De soep is een groot bord met bouillon en heel veel noodles en de steak is kaal en taai. We maken en praatje met de vriendelijke jongen die eind van het jaar naar Nederland komt en van ons tips wil hebben over wat typisch Nederlands eten is.
Het hotel is verder wel goed maar het internet werkt alleen als we op de gang gaan zitten.


Donderdag 24 september
Rimini - Lavorgo, 482 km
Helaas is het ontbijt ook slecht met oud brood en weinig beleg. Voor we om 9.45 uur vertrekken geven we een lijstje af met de beloofde tips.
Na 2 uur rijden komen we tot de ontdekking dat we de mobiel in het hotel hebben laten liggen. We stoppen, balen en twijfelen of we terug zullen rijden. Het is een prepaid telefoon waar niet veel meer op staat en met de tijd die we extra kwijt zijn en de tol die we dan drie keer moeten betalen besluiten we om toch maar door te rijden. Zonder verdere problemen rijden we naar Lavorgo in Zwitserland en in totaal zijn we nu € 22,00 aan tol kwijt.
Rond 16.00 uur komen we aan bij hotel Albergo Defanti. Het is een goed hotel met een mooie ligging vlak bij de snelweg en een treinstation. We hebben een goede kamer met een balkon dat groter is dan onze tuin thuis. Het hotel is al 100 jaar in dezelfde familie. Het zijn aardige bescheiden mensen die precies weten wat de gasten willen. We rijden nog even naar Faido, een leuk stadje om even rond te kijken. Vanavond eten we voor € 46,00 in het hotel heerlijke tomatensoep, een ham/kaas schnitzel met bier en wijn en een ijsje toe. We kunnen alles betalen met pin dus we hoeven geen geld te wisselen.


Vrijdag 25 september
Lavorgo - Metz, 514 km
Het ontbijt is net zo goed als het eten gisteren en om 9.45 uur gaan we weer op weg. De ruim 200 km die we nog door Zwitserland rijden kost ons nog € 20,00 tol en bij Basel gaan we de grens met Frankrijk over.
We overnachten in Metz in het Comfort hotel waar we om 15.45 uur aan komen. We krijgen een kamer op de 4de verdieping maar die hebben ze nog niet schoongemaakt. Na wat vragen hebben ze wel een kamer op de begane grond. Het is geen grote kamer maar verder wel goed. Onze tuinstoeltjes doen we door het raam naar buiten waar we nog poosje heerlijk kunnen zitten. We hebben er een goede gratis internetverbinding.
Het hotel ligt vlak bij de snelweg op een groot industrieterrein maar heeft gelukkig wel een restaurant. Als we vragen hoe laat we daar terecht kunnen wordt ons verteld dat het niet open is op vrijdag en dat ook alle restaurants in de directe omgeving dicht zijn op vrijdag.
Wanneer we wat willen eten moeten we naar het centrum van Metz of de Mac Donalds. De Mac is wel vlakbij dus halen we daar maar wat op. Wel een flinke tegenvaller voor de laatste avond van onze vakantie. 


Zaterdag 26 september
Metz - Maarssen, 460 km
We maken zelf een ontbijtje en om 9.00 uur vertrekken we op weg naar huis. We rijden via Brussel, Antwerpen en Breda zonder files naar huis. Onderweg halen we in Bilthoven ons konijn nog even op. We hebben weer een fantastische vakantie gehad.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.