Peru 2003

Woensdag 10 september
Amsterdam - Lima, 10665 km
Op schiphol worden we opgewacht door een FOX hostess die ons de tickets overhandigd. Bij het inchecken is het niet mogelijk om een plaats te krijgen waar onze voorkeur naar uitgaat. De stoelen voor ons reisgezelschap zijn namelijk al gereserveerd en daar valt niet van af te wijken. Na een vlucht (KL741) van ruim 14 uur, inclusief een tussenlanding op Bonaire, slechte service en vies eten, landen we om 18.45 uur lokale tijd in Lima.
Het is hier 7 uur vroeger dan in Nederland en in het vliegtuig hebben we al kennis gemaakt met Marcel en Mirza, twee van onze reisgenoten. Op het vliegveld worden we opgewacht door iemand met een kartonnetje waar "FOX" op staat geschreven. Dit blijkt onze reisleider Eric te zijn. We maken ook kennis met de overige 14 reisgenoten, Michael en Cees, Elly en Diny, Nico-Jan en Saskia, André en Arlet, Yme en Geertje, Johan en Jantien en Serge en Merel. Hierna vertrekken we per bus naar hotel Andina in de wijk Miraflores, waar we de eerste nachten zullen verblijven. Het is een goed hotel, alleen jammer dat de airco te koud staat. Aan Eric betalen we $ 50,00 per persoon voor de entreegelden en de fooienpot.


Donderdag 11 september
Lima
Vandaag hebben we een vrije dag in de hoofdstad Lima. Om een uur of negen staan we op en gaan we op ons gemak deze miljoenenstad verkennen waar bijna de helft van de totale bevolking van Peru woont. Lima werd in 1535 gesticht onder de naam La Ciudad de Los Reyes (de "Stad van de Koningen"). Pas in de 16e eeuw kreeg de stad zijn huidige naam. In december 2001 ontstond er in het historische centrum een grote brand. Een verkoper stak in een vuurwerkwinkel vuurwerk af om het aan een klant te demonstreren. Al het andere vuurwerk vatte vlam waarna het vuur oversloeg naar bebouwing in de buurt en vanaf dat moment is het verboden om tijdens de kerst en oud en nieuw vuurwerk af te steken.
We beginnen met een wandeling langs de boulevard waarna we voor 8 sol (€ 2,00) een taxi naar het oude centrum van de stad nemen. Het is hier een stuk mooier dan de wijk Miraflores en heeft veel meer te bieden. 
Het Plaza de Armas is de plek waaromheen Lima ontstaan is en in 1821 is hier de onafhankelijkheid van Peru uitgeroepen.
Er liggen een aantal mooie gebouwen aan het plein, zoals de kathedraal. De 16e-eeuwse kathedraal herinnerd eraan dat Peru al snel één van de belangrijkste basis van de Spaanse overheersing werd. In 1746 werd een groot deel van de stad door een aardbeving verwoest waarna werd begonnen met de bouw van de huidige kathedraal.
Het presidentieel paleis is gebouwd in barokke stijl en niet toegankelijk. Alleen de dagelijkse wisseling van de gekostumeerde wacht is er nog te zien. Er is veel politie op de been want er is een demonstratie en er gaat net één of ander hoog persoon weg bij het presidentieel paleis. Als we het uit 1908 stammende Desamparados treinstation wat dichterbij willen bekijken worden dan ook tegengehouden. Het in neoclassicistische stijl gebouwde station was het vertrekpunt voor de Lima-Huancayo spoorlijn.
Overal zie je kleine bussen of collectivo's rondrijden met op de voorruit gekleurde stickers die de route aangeven. Uit het raam hangt een bijrijder die de bestemmingen zo snel achter elkaar roept dat je nog steeds niet weet welke bus je moet hebben. Ze vliegen over de weg van links naar rechts want overal waar iemand zijn hand opsteekt stoppen ze. Al met al is Lima een drukke chaotische stad waar bijna alle dagen van het jaar een mist hangt.


Vrijdag 12 september
Lima - Pisco, 242 km
Na een rustig begin van de dag gaan we na de lunch naar het busstation. Om 14.00 uur vertrekken we met de lokale bus naar de vissersplaats Pisco, gelegen aan de Pacific. Na wat stops onderweg en een rit van circa 4 uur komen we aan Pisco. Met een transferbusje worden we naar hotel Residencial San Jorge gebracht.
Pisco is de hoofdstad van de gelijknamige provincie in de regio Ica en korte tijd was het de hoofdstad van Peru. Deze status had het te danken aan zijn toegangswegen tot de Andes, de stad kwam tot bloei vanwege de nabijgelegen wijngaarden en ontleende zijn naam aan de pisco, de nationale brandewijn van Peru.
Na met de groep heerlijk te hebben gegeten (rundvlees met ui, patat en rijst) en een lekker glaasje piscosour te hebben gedronken lopen we nog even door het stadje. Het is een mooi rustig plaatsje en een verademing na de drukte van Lima.


Zaterdag 13 september
Pisco en omgeving
Vanmorgen vertrekken we om 7.30 uur om over de stille oceaan een tocht naar de Ballestas eilanden te maken. De eilanden maken deel uit van het Paracas National Park en liggen voor de kust van het de kleine vissershaven Paracas. Met de speedboot is het ongeveer een half uur varen naar de enkele kleine eilanden waar veel zeevogels leven, zoals de bruine pelikaan en de Humboldtpinguïns. Ook leven er duizenden zeeleeuwen. De eilanden bestaan uit grote rotsformaties, grotten en mooie bogen en zijn niet voor mensen toegankelijk. 
Vanaf de boot zien we "El Candelabro" op de helling van het schiereiland Paracas. Een gigantische rotstekening van een kandelaar van zo'n 130 meter hoog en 75 meter breed die alleen vanaf zee te zien is. Het is onduidelijk uit welke tijd het stamt. De één zegt dat het een overblijfsel is van de Paracas-cultuur, de ander schrijft het toe aan de Nazca-cultuur en zegt dat het een onderdeel van de Nazca-lijnen is en de derde beweert dat het 'voor de grap' werd gemaakt of wellicht als oriëntatiepunt voor zeelui. Terug in de haven zien we nog veel meer pelikanen. 
Aansluitend aan de boottocht gaan we naar het beschermde natuurgebied van Paracas. Heel in de verte kunnen we flamingo's zien en we bezoeken het JC Tello museum waar een tentoonstelling te zien is over de Paracas-cultuur. In het begin 20ste eeuw vonden archeologen menselijke resten die dateren van 6500 v. Chr. In het museum zien we textiel en een aantal maquettes van graven en ondergrondse woningen. We maken een mooie wandeling door het reservaat wat een extreem droog klimaat heeft en dan ook volledig onbegroeid is. Langs de randen van het schiereiland heeft de zee prachtige vormen uitgeslepen met als één  van de belangrijkste El Catedral.
Na een mooie dag met veel zon en wind zijn we rond 16.00 uur weer terug in het hotel. Vanavond eten we in een klein restaurantje een pizza. Het maakt niet uit waar je gaat eten, overal word je lastig gevallen door muzikanten. Als ze uitgespeeld zijn komen ze langs om geld op te halen of om een cd te verkopen.


Zondag 14 september
Pisco - Nazca,218 km
Om 9.00 uur gaan we op weg Nazca. Onderweg komen we door het plaatsje Ica waar we een bezoek brengen aan Museum Regional de Ica. Dit is een klein streekmuseum wat grotendeels bestaat uit archeologische vondsten zoals textiel, aardewerk, mummies en quipu's. Quipu's zijn gekleurde touwtjes waarin knopen werden gelegd om zo informatie vast te leggen. Achter het museum is vanaf een kleine uitkijktoren een model van de Nazca-lijnen te zien. 
Ook gaan we langs bij de lokale wijnboerderij bodega Catador. Hier wordt de nationale drank van Peru, de pisco, gemaakt. We krijgen te zien hoe het hele proces in zijn werk gaat. De druiven worden in een groot bassin gedaan en gestamp. Voor het laatste sap gaan de gestampte druiven onder een pers. Als het sap gefilterd is wordt de uiteindelijke wijn opgevangen in aardewerk kruiken. We kunnen 5 varianten van de pisco proeven. De lekkerste variant is de piscosour waar we dan ook een flesje van meenemen. Het is een cocktail van pisco met citroensap, geklopt eiwit, suiker en een snufje kaneel.
Midden tussen de immense zandduinen rond Ica ligt de met palmbomen omzoomde oase van Huacachina. Terwijl een groot deel van de groep met een jeep de zandduinen onveilig maakt en gaat zandboarden besluiten wij, samen met André, Arlet en Saskia, een stukje te gaan lopen. In de duinen denken we zandboarders te zien. Alleen zijn ze erg klein en gaan ze wel heel vreemd naar beneden en boven. Als we met een verrekijker wat beter kijken blijken het echter vuilniszakken te zijn die tegen de duinen opwaaien. 
Bij een kraampje kopen we voor 5 sol (1,25 euro) een panfluit. Aansluitend rijden we door naar Nazca naar hotel Don Agucho.


Maandag 15 september
Nazca
Vandaag vertrekken we om 10.30 uur naar het vliegveld van Nazca voor een spectaculaire vlucht met een Cessna over de beroemde Nazca-lijnen. Deze lijnen vormen één van de grootste archeologische raadsels van de nieuwe wereld. De lijnen zijn gemaakt door de bovenste bodemlaag met steentjes e.d. weg te vegen waardoor een minder verweerd en lichter gekleurd deel van de bodem zichtbaar wordt. Het zijn figuren als een kolibrie, een aap en een spin. De grootste is de pelikaan met een lengte van 285 meter. De functie van de lijnen is tot op heden nog steeds niet duidelijk. Men schrijft ze toe aan de Nazca-cultuur en vermoedt dat ze gemaakt zijn tussen 200 voor en 600 na Christus. We zijn al ruim een uur op het vliegveld voor wij samen met Marcel, Mirza en Jantien, het zogenaamde angsttoestel, als eerste van onze groep de lucht in gaan. Het is indrukwekkend om te zien al hebben een hoop van ons toch wat moeite met de manier waarop de piloten ons alles hebben laten zien. Onze vlucht is de enige die geen last heeft gehad van turbulentie.
Na de lunch maken we een tocht naar de Inca-begraafplaats Chauchilla. Tijdens vele opgravingen zijn gemummificeerde en in doeken gewikkelde lijken gevonden. Door de extreme droogte zijn ze bijzonder goed bewaard gebleven. De lichamen werden in foetushouding begraven vanwege het geloof in reïncarnatie en de kans op een 'makkelijke' wedergeboorte. Grafschenners hebben de graven grotendeels geplunderd op zoek naar edelmetalen, ceramiek en andere verkoopbare artikelen. Wat over is gebleven zijn skeletten, schedels, flarden oude stof, gebroken aardewerk en dreadlocks van mensenhaar met een lengte van soms wel anderhalve meter. 
Op de terugweg gaan we in Nazca nog langs bij een gouddelver en een pottenbakker die zoveel mogelijk probeert om het originele aardewerk na te maken.


Dinsdag 16 september
Nazca - Arequipa, 571 lm
Na een hele vroege start zitten we om 6.00 uur in de bus voor een lange rit naar de koloniale stad Arequipa. De rit gaat voor het grootste gedeelte door een dor en droog landschap. We gaan nu langzaam ook de bergen in waar we het eerste stuk behoorlijk in de mist rijden. Om de tijd wat de doden krijgen we Spaanse les van Eric.
Arequipa is gelegen in het woestijngebergte op ongeveer 2350 meter hoogte aan de voet van de 5821 meter hoge vulkaan El Misti. Vrijwel het grootste gedeelte van de stad is gebouwd uit sillar, een wit gesteente van vulkanische oorsprong. Het wordt dan ook wel "de Witte Stad" genoemd. Deze tweede stad van Peru dankt zijn naam aan de Quechua uitdrukking "Ari quipa" (laten we hier stoppen). Volgens de legende was de Inca Mayta Capac zo overweldigd door de schoonheid van de omgeving, dat hij deze kreet slaakte toen hij met zijn gevolg passeerde. De stad heeft een strategische ligging want het is de verbindingsplaats tussen de kust en het hooggebergte aan de andere kant van de Andes. 
Rond 18.15 uur komen we aan in ons hotel voor de komende dagen, Casa de mi Abuela. Het is een mooi hotel en we hebben een goede kamer. Eric heeft echter een heel andere ervaring. Het toilet op zijn kamer spoelt niet door en als hij in de stortbak kijkt ligt daar een pistool (baretta) in. We eten in het hotel want dan kunnen we het op de rekening laten zetten. De afgelopen dagen hebben we geen geld kunnen halen dus we zitten behoorlijk krap. Gelukkig hebben we van Eric 50 sol teruggekregen omdat we in Lima niet mee zijn geweest naar het klooster.


Woensdag 17 september
Arequipa 
Vandaag hebben we een vrije dag en staan rond een uur of negen op om na een ontbijtje Arequipa te gaan verkennen. We hebben wel gemerkt dat we het heel op ons gemak moeten doen. Nadat we gisteravond een stukje gelopen hadden waren we toch wel wat buiten adem omdat we te veel tempo hadden gemaakt. Het is duidelijk dat we al op een hoogte zitten die we niet gewend zijn.
We lopen naar de Plaza de Armas, een mooi plein in het centrum van de stad. Er staat een fontein in het midden, er groeien veel palmen en aan drie zijden liggen booggalerijen van twee verdiepingen hoog. Hier zijn allerlei restaurants, cafeetjes en winkeltjes gevestigd. Gelukkig hebben we hier ook weer geld uit de muur kunnen halen. De noordkant van het plein wordt geheel in beslag genomen door de statige witte kathedraal met daarachter de besneeuwde top van El Misti.
Ook vanuit de hotelkamer hebben we mooi uitzicht op deze vulkaan. Het hotel beschikt over een mooie tuin met een zwembad. In een luie stoel, met een boek en een drankje brengen we hier de middag door. De enige die hier niet van genieten zijn Serge en Yme. Ze zijn zo ziek dat er zelfs een dokter langs moet komen.


Donderdag 18 september
Arequipa
We hebben lekker nog een vrije dag in Arequipa en weer staan we om negen uur op, Vanmorgen brengen we een bezoekje aan de markthal waar voornamelijk stalletjes met vlees, vis, fruit en groente te vinden. Het verbaast ons dan ook dat je in een restaurant niet of nauwelijks groente bij je eten krijgt geserveerd.
Wat je in heel Peru veel ziet zijn schoenpoetsers. Omdat we de vorige dagen eigenlijk alleen maar door zand hebben gelopen zien onze schoenen er niet meer uit dus ... poetsen maar. Voor 1 sol (0,25 euro) heb je weer een paar keurige schoenen.
Na de lunch lopen we de andere kant van het hotel op in de richting van El Misti. We komen door een villawijk en een heel mooi park. Het eind van de middag brengen we weer door bij het zwembad. Deze laatste twee dagen hebben we redelijk aan de hoogte kunnen wennen en zijn we wat geacclimatiseerd.


Vrijdag 19 september
Arequipa - Yanque, 168 km 
Als om 8.30 uur de koffers boven op de bus liggen vertrekken we verder door de Andes naar het op 3650 meter hoog gelegen Yanque. De Andes is een grote, langgerekte bergketen langs de westkust van Zuid-Amerika. Het berggebied is ongeveer 7000 km lang, op sommige plaatsen 160 km breed en heeft een gemiddelde hoogte van ca. 4000 m. De bergketen loopt voor het grootste gedeelte parallel aan de kust van de Grote Oceaan en ligt behalve in Peru ook in Argentinië, Chili, Bolivia, Ecuador, Colombia en Venezuela. De Andes kruist de evenaar en loopt zuidwaarts tot Vuurland.
Van de lokale reisleider krijgen we allemaal een pakketje van cocabladeren. Het is de bedoeling dat je dit in je wangzak stopt en er dan op gaat pruimen. Dit schijnt energie te geven en goed te zijn tegen hoogteziekte. Het smaakt alleen wel smerig (vinden wij). In de bus is ook voldoende alcohol en zuurstof aanwezig om de mensen die last krijgen van hoogteziekte wat lucht te geven. 
Voor een groot deel voert de weg opnieuw door droog bergland en hebben we uitzicht op de vulkanen Ampato, Sabancaya en Hualca Hualca. Op het kruispunt van Arequipa, Chivay en Puno hebben we een stop waar van alles te koop is en waar we cocathee drinken.
Vanaf hier gaat de weg over in een zandweg wat niet echt comfortabel is. Onderweg zien we wilde lama's en leuke andesdorpjes en passeren we Mirador de los Andes, met 4910 meter het hoogste punt waar je via de weg kunt komen. Vandaag stoppen we hier niet omdat Yme zich nog steeds niet goed voelt en Arlet last heeft van hoogteziekte.
Na een lunchbuffet in Chivay komen we om ongeveer 15.30 uur aan in hotel Collaqua in Yanque, een soort van bungalowpark. Yanque is een leuk klein afgelegen dorpje wat vroeger de hoofdstad was van de provincie Caylloma. De huidige hoofdstad is Chivay. Vanuit onze hotelkamer hebben we een mooi uitzicht en opnieuw wennen we aan een nog grotere hoogte.


Zaterdag 20 september
Yanque - Cruz del Condor - Huambo - Yanque, 195 km
We zijn vanmorgen om 6.30 uur vertrokken. Na een anderhalf uur durende rit over een vreselijk slechte zandweg bereiken we het op 3290 meter hoog gelegen Cruz del Condor. Op een diepte van zo'n 1300 meter zien we de Rio Colca stromen maar we zijn eigenlijk gekomen om de Andescondors te zien. De condors slapen op de steile rotsrichels onder in de kloof en vliegen 's ochtends uit zodra de zon en wind voor voldoende thermiek zorgen. Gedragen door de opwaartse luchtstroom cirkelen ze rondjes in de kloof en klimmen daarbij steeds hoger, tot ze het dal kunnen verlaten om op zoek te gaan naar voedsel. De vogels kunnen een spanwijdte hebben van drie meter en tussen 8.30 uur en 10.00 uur is de beste tijd om ze te kunnen zien. In totaal zien we maar een stuk zes Condors maar het is wel een mooi gezicht. Er zijn ook hier weer voldoende verkopers actief.
Aansluitend gaan we naar het plaatsje Huambo waar het voor de liefhebbers mogelijk is om paard te gaan rijden in de Colca Canyon. Het merendeel van de groep doet dit dan ook en de rest vermaakt zich met een wandeling of wat rondhangen in het stadje. De Colca Canyon is met een diepte van 3270 meter één van de diepste in de wereld en twee keer zo diep als de Grand Canyon in de USA.
Na de lunch in het hotel gaan we naar Chivay om de markt te bezoeken en als afsluiting van de dag gaan we heerlijk zwemmen in de thermale baden van La Calera. Het water komt uit de grond met een temperatuur van 85 ºC en wordt verdeeld over een aantal bassins. Er zijn meerdere baden waar toeristen terecht kunnen. Er is slechts 1 bad alleen bedoeld voor de lokale bevolking en daar mogen wij dan ook niet in.


Zondag 21 september
Yanque - Puno, 282 km
Het vertrek is vandaag gepland om 8.00 uur en de eindbestemming is Puno. Ted heeft gisteren blijkbaar iets gegeten wat niet goed is gevallen en voelt zich niet echt lekker. Na een goed half uur rijden komen we ook nu weer langs Mirador de los Andes en dit keer maken we wel een stop. We zitten nu op een hoogte van 4910 meter en dus de aangewezen plek voor een mooie groepsfoto. We zien vanaf hier nog steeds hogere bergen en wetend dat de Mont Blanc met 4800 meter de hoogste berg van Europa is zitten we toch wel erg hoog. Dit kun je ook goed merken aan de ijle lucht die maakt dat je wel heel erg rustig aan doet.
Terug tot aan het kruispunt Arequipa, Chivay en Puno rijden we over dezelfde zandweg als afgelopen vrijdag. Vlak voor we hier aankomen wordt Arlet zo erg overvallen door hoogteziekte dat er zelfs zuurstof aan te pas moet komen. Na het drinken van een kop cocathee gaat het gelukkig weer wat beter.
De rest van de weg die we afleggen is weer geasfalteerd. Voor onderweg zijn er lunchpakketten die we uitgedeeld krijgen tijdens een stop bij Lagunillas, een groot meer op een hoogte van 4174 meter. Een mooie locatie om een broodje te eten.
Na een lange dag komen we rond 17.00 uur aan in hotel Taypikala in Chucuito, 18 km voorbij Puno, langs de weg naar Bolivia en aan het Titicacameer. We zitten inmiddels al weer een stuk lager maar nog steeds op 3810 meter, het hoogste punt waar we overnachten. Ik ga alleen met de groep mee eten in het hotel want Ted heeft daar nog geen zin in. Het komt heel goed uit dat we de komende twee nachten een luxe suite met een zithoek en een yacuzzi hebben. Als ik dit aan tafel vertel is er niemand die me gelooft en Eric wil dit met eigen ogen zien. Hij weet nu welke kamer hij moet nemen als hij een volgende keer hier komt.


Maandag 22 september
Puno
Vandaag om 7.00 uur gaan we naar Puno waar we op een boot stappen om de dag door te brengen op het Titicacameer. Het meer ligt op een hoogte van 3810 meter en is daarmee het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Het is ongeveer 175 km lang, 50 km breed, gemiddeld 100 meter diep en met een oppervlakte van 8400 vierkante km het grootste hooglandmeer in de Andes. Omdat langs het meer nauwelijks industrie is, is het zoete water schoon en helder.
We gaan aan land op de drijvende rieteilanden van de Uros-indianen. De eilanden zijn gebouwd van dikke pakketten totora (riet). Deze planten groeien overal langs de ondiepe oevers van het meer. De eilanden drijven niet helemaal vrij, maar staan met de bodem in contact via een massa van half verteerde plantenresten. Omdat de onder water gelegen delen verrotten moet om de één a twee maanden een nieuwe toplaag van totora worden aangebracht. Het lijkt net of je over een spons loopt. De Uros leven van visvangst en de jacht en sinds er toeristen komen verdienen ze ook aan de verkoop van textiel en andere souvenirs. Ook het eten van riet is één van de levensbehoefte. We maken een kort tochtje in een boot die gemaakt is van totora en wordt net als een gondel voortgeduwd. Het kost een week om zo'n boot te maken en ze gaan ongeveer 8 maanden mee.
Met de gewone boot varen we verder naar het eilandje Taquile waar we in een haventje achteraf uit de stappen. Het is een flinke klim om bij het dorpje boven op de berg te komen en wat opvalt is de kleding van de bewoners. De vrouwen dragen kleurige zelfgemaakte blouses en hoeden, alle mannen dragen grappige mutsen en de helft loopt te breien. Dit is iets wat hier alleen de mannen maar doen en ze beginnen er al mee als ze een jaar of 8 zijn. De vrouwen spinnen wol en weven de Chumpis, de brede riemen die worden gedragen door iedereen in de gemeenschap van Taquile. Ze gebruiken groente en mineralen als kleurstof.
We lunchen in een restaurantje in het belangrijkste dorp van het eiland, Isla Taquile. Terug naar de boot, nu in een echt haventje, moeten we een trap af met honderden treden. De lokale bevolking is via deze trap op weg naar boven, de mannen met pakketten van 50 kg en de vrouwen met pakketten van 40 kg op hun rug.
De boottocht terug duurt ongeveer 2 uur en om 18.30 uur zijn we weer in het hotel. Ted is vandaag niet meegeweest en heeft alleen wat rondgekeken in Chucuito. Gelukkig is hij zover opgeknapt dat hij vanavond weer mee gaat eten. Na het eten hebben we de yacuzzi maar eens geprobeerd.


Dinsdag 23 september
Puno - Cusco, 387 km
We vertrekken vanmorgen om 7.30 uur en gaan eerst naar de graftorens van Sillustani. Deze liggen op een schiereiland in Laguna Umayo en werden gebouwd tussen 1200 en 1450. De oudste graftorens stammen uit de tijd dat de Colla's het gebied beheersten en zijn gebouwd van onbewerkte natuursteen waarbij de voegen met modder zijn opgevuld. De meer recente torens stammen uit de Incatijd en hier is duidelijk de invloed van de Incabouwkunst terug te vinden. Deze bestaan uit perfect bewerkte steenblokken die naadloos op elkaar aansluiten. Ongelooflijk hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen.
We nemen vervolgens een kijkje in een boerderij waar goed te zien is hoe de boeren in dit gebied wonen en leven. De man staat te weven, de vrouw helpt hem daarbij en staat tegelijkertijd kruiden te verkopen. Het hoogste punt van de rit van vandaag is 4335 meter waar we de besneeuwde toppen van de Andes goed kunnen zien.
De laatste stop voor we doorrijden naar Cusco is Raqchi waar de overblijfselen van 's werelds grootste Incatempel te zien zijn. De Inca's bouwden de tempel van 90 meter lang en de omliggende wijken en graanschuren in de 15e eeuw maar helaas is het in 1540 door de Spanjaarden verwoest. Centraal in de ruïnes ligt de Tempel van de oppergod Wiracocha en naast de tempel staan resten van graansilo's van 12 meter hoog en langs het terrein lopen nog lange muren. 
Om 17.45 uur komen we aan in Cusco in het Emperador Plaza hotel. Cusco ligt in het zuidwesten van het land en is de hoofdstad van de gelijknamige regio. De stad is ontstaan in 1200 v. Chr. en gekoppeld aan de eerste Incaheerser Manco Capac. Het is de langst bewoonde stad van het westelijk halfrond en kende haar grootste groei in de 15e eeuw onder het bewind van de Inca Pachacutec. Aan deze snelle groei kwam een einde door de komst van de Spaanse conquistadores die de stad in 1534 binnenvielen en het definitief toevoegden aan het rijk van koning Karel V.


 

Woensdag 24 september
Cusco
We hebben vandaag een vrije dag en na dagen van vroeg opstaan slapen we nu lekker uit tot 10.00 uur. Op eigen gelegenheid gaan we de stad verkennen. Het hotel ligt vlak bij het centrum en eerst gaan we op zoek naar het OFEC toeristenbureau om een Cuscoticket te kopen. Deze culturele strippenkaart geeft toegang tot allerlei bezienswaardigheden in en om Cusco.
De stad ligt op 3400 meter hoogte, in een prachtige vallei en in het centrum van het oude Incarijk. Plaza de Armas is het hart van de stad en aan het plein ligt, net als in andere steden, de kathedraal. De Catedral del Cusco is gebouwd op de plek waar het paleis van de achtste Inca Viracocha heeft gestaan. In 1560 werd begonnen met de bouw die in 1664 werd voltooid, hoewel het bouwwerk door aardbevingen nog vele malen onder handen moest worden genomen.
Ook zijn hier de kerk van La Compañia de Jesus te vinden en galerijen met winkels, wisselkantoortjes en restaurants. De stad is voor een groot deel tegen de omliggende heuvels gebouwd. Hoe hoger je wilt gaan wonen hoe goedkoper de huizen worden. 
In de hele stad proberen straatverkopers kaarten, schilderijen, kunstnijverheid en sigaretten te verkopen of je schoenen te poetsen. Dit is de eerste stad waar je hiermee wordt lastiggevallen. Voor we gaan slapen pakken we een tasje in met wat spullen voor morgen. We slapen dan voor één nacht in een ander hotel, de rest van de bagage kan hier blijven staan.


Donderdag 25 september
Cusco - Calca - Cusco, 265 km
Vanmorgen vertrekken we om 7.30 uur om een tocht te maken door de heilige vallei van de Inca's. Langs de Urubamba rivier rijden we richting Pisac. Bij het dorp, op een heuvel aan de ingang van de vallei, bevindt zich een groot ruïnecomplex van de Inca's, dat bekend staat als Inca Písac. Vanaf hier maken we een mooie bergwandeling. Het pad wat we volgen loopt via trappen over de steile delen, over muurtjes langs afgronden en door een natuurlijke rotstunnel. We zien de landbouwterrassen die zijn aangelegd door de Inca's en tot op heden in gebruik zijn. Op de indiaanse markt van Pisac krijgen we de gelegenheid om bij een bakker een heerlijk broodje te eten en om rond te snuffelen tussen de vele stalletjes.
Vervolgens gaan we op weg naar de Incastad Ollantayambo voor de lunch en een bezoek aan de ruïnes. We zijn al een heel eind op weg als er opeens overal blokkades van keien op de weg liggen. Dit is te danken aan boze stakende boeren. We stoppen net voorbij het dorpje Calca want het blijkt dat we een stukje verderop niet verder kunnen omdat daar de weg echt helemaal geblokkeerd is. Er wordt besloten om dan hier maar te lunchen en even aan te zien of we misschien zo wel verder kunnen.
Terwijl wij aan het eten zijn komen er demonstrerende boeren voorbij die er niet echt vriendelijk uitzien. Uiteindelijk besluiten Eric en de chauffeur dat het te gevaarlijk is om vandaag verder te rijden en terug te gaan naar Cusco. Het was de bedoeling dat we in Yucay zouden overnachten op nog ongeveer 20 minuten rijden. Onder begeleiding van de politie rijden we terug naar Cusco. Onderweg is Eric druk bezig om te zorgen dat we nog een hotel krijgen voor vannacht.
Vlak voor we terug komen in de stad in het gelukkig gelukt en komen we rond 17.00 uur aan bij hotel Centenarrio.


Vrijdag 26 september
Cusco - Machu Picchu - Cusco, 320 km
Omdat we gisteren onverwacht terug moesten naar Cusco vertrekken we al om 5.45 uur naar het station om daar de trein van 6.15 uur naar Machu Picchu te halen. Als Eric in wil stappen wordt hij tegengehouden. Pas als hij zegt "maar mijn hele groep is al binnen" mag hij ook. Het is een goede trein die in de bergen van Cusco zigzaggend omhoog gaat. Zo kunnen we goed zien hoe de stad steeds hoger tegen de berg is gebouwd. Het is een mooie rit van ruim 4 uur en na aankomst in Aguas Calientas is het nog een half uur met een busje voor we bij de ruïnes zijn. 
Machu Picchu werd pas in 1911 ontdekt door de Amerikaanse archeoloog Bingham, ligt op ± 2500 meter hoogte en was geheel overwoekerd door planten. De Indianen wisten echter al lang van het bestaan af en verbouwden al jarenlang hun gewassen op de Inca akkers rond het stadje. Waarschijnlijk is het gebouwd tussen 1400 en 1500. De stad bestaat uit een woongedeelte, een plein, een kazerne en tempels, onder andere voor de zonne- en de maangodin. De omvang van de gebouwen en ruïnes is enorm indrukwekkend. De ligging aan de rand van het amazonegebied, tussen gigantische bergen, is zo mogelijk nog indrukwekkender. Het ligt op de top van een berg en is volstrekt onzichtbaar vanuit de dalen. Omdat de Spanjaarden bij de verovering van Zuid-Amerika deze stad niet hebben gevonden, is de stad gespaard gebleven en is er nog veel van de Inca-beschaving te vinden. Door de geïsoleerde ligging moest er een zeer lange reis gemaakt worden voordat het dichtstbijzijnde dorp bereikt werd. Nu noemen we dit pad de Inca Trail. Tot op heden nog steeds een raadsel of Machu Picchu nu een burcht, een religieuze hoofdstad, een sacrale plaats of een soort buitenverblijf voor koningen en hovelingen was.
Om 15.55 uur gaat de trein terug en na een mooie maar vermoeiende dag komen we om 21.00 uur aan in hotel Emperador Plaza. Dit wel nadat we eerst bij het hotel van de vorige nacht van een aantal mensen nog wat bagage hebben opgehaald. Blijkt dus dat wij voor niks ons plastic tasje met spullen de hele dag mee hebben lopen sjouwen.


Zaterdag 27 september
Cusco
Na lekker lang uitgeslapen te hebben is vandaag de laatste gelegenheid om nog rond te kijken in Cusco en wat souvenirs te kopen. Aan het eind van de dag hebben we wat T-shirts, een tasje en een charango, een soort gitaar, gekocht.
Het is de laatste dag dat de hele groep nog bij elkaar is. Daarom is besloten om met z'n allen voor de laatste keer ergens te gaan eten waar ook live-muziek is. Ze hebben pas om 20.00 uur gereserveerd en omdat we morgenochtend heel vroeg op moeten vinden wij dat te laat. Van tevoren eten we bij de Ierse pub tegenover het hotel een heerlijke kip kerrie en om 20.00 uur gaan we alleen mee om even wat te drinken. We kopen nog een cd van de muzikanten en gaan dan terug naar het hotel. Als alles ingepakt is gaan we vroeg naar bed.


Zondag 28 september
Cusco - Lima - Amsterdam, 11106 km
Om 4.00 uur worden we al gewekt en om 5.15 uur vertrekken we naar het vliegveld van Cusco voor een binnenlandse vlucht naar Lima. Na een uurtje vliegen in een oude boeing 727-100 van Aviandina landen we rond 8.30 uur in Lima. Hier worden we met een bus naar hotel Andina gebracht waar we twee kamers ter beschikking hebben om de koffers te stallen en om ons aan het eind van de dag nog wat te kunnen opfrissen. We hebben zeven uur de tijd in Lima voor we terug naar het vliegveld moeten. In het hotel rusten we wat uit en in de stad eten we nog wat.
Op het vliegveld nemen we afscheid van Eric en drinken nog wat voordat om 20.30 uur onze vlucht (KL742) naar Amsterdam vertrekt.


Maandag 29 september
Amsterdam
Na 32 uur van reizen en rondhangen zijn we om 19.00 uur eindelijk thuis. Het eind van een hele mooie toch wel vermoeiende reis met een leuke en gezellige groep en (tevens goede) reisleider.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.