Nieuw Zeeland 2006

Voor we in Nieuw Zeeland terecht kwamen zijn we in Kuala Lumpur en Sydney geweest en tot slot hebben we Perth bezocht.

Zaterdag 9 september
Sydney - Christchurch, 2139 km
Om 6 uur heeft een taxi ons opgehaald om ons in de stromende regen naar het vliegveld te brengen. Op weg naar de volgende bestemming van onze reis, Christchurch in Nieuw Zeeland. Op het vliegveld kopen we een heerlijke fles brandy. 
We vliegen dit keer met Jetstar vlucht JQ409 en vertrekken om 9.40 uur, bijna een uur te laat. Gelukkig hebben we wind mee waardoor we een half uur in halen en om 14.20 uur landen. Het is hier opnieuw twee uur later en het tijdsverschil met Nederland is inmiddels 10 uur. In het vliegtuig hebben we voor de zoveelste keer een visumformulier in moeten vullen en hier wordt door de douane goed naar gekeken. Nadat ik een stempel heb gekregen op mijn formulier en in mijn paspoort mag Ted ook al vrij snel doorlopen. Alleen wel zonder stempels. Voor de zekerheid gaan we terug naar de douanier om te vragen of dit wel de bedoeling is. Niet dus. Hij geeft alsnog de stempels en bedankt ons omdat we hem gered hebben. Als we ook met alles door de scanner zijn geweest staan aan de andere kant van de deur Ben en Cilia Bos op ons te wachten. Bij hun thuis krijgen we een kop thee met lekkere koek en heel veel nuttige en leuke informatie. We doen alvast wat boodschappen voor morgen waarna Ben en Cilia ons naar hotel Souvereign brengen. Ze vinden het jammer dat we niet bij hun slapen maar het hotel is al betaald. In het hotel krijgen we een kortingsbon voor één gratis maaltijd en twee gratis drankjes bij het casino. Ze hebben een goed lopend buffet voor NZ$ 36,00 per persoon maar met de kortingsbon hoeven we in totaal maar NZ$ 36,00 (€ 18,00) af te rekenen. Na het eten lopen we nog even door de stad.


Zondag 10 september
Christchurch - Dunedin, 355 km
We dachten dat bij de camperhuur de transfer van en naar het verhuurbedrijf inbegrepen was. Dit blijkt echter alleen van en naar het vliegveld te zijn. De eigenaar van het hotel speelt voor taxichauffeur en brengt ons voor NZ$ 25,00 naar Apollo camperverhuur. Na uitleg over de camper gaan we op weg voor onze rondreis over het zuid eiland. Eerst doen we boodschappen zodat we de eerste dagen vooruit kunnen met eten en drinken.                                                          
Vanaf Christchurch gaan we langs de oostkust in zuidelijke richting. Het is mooi weer en via Timaru en Oamaru komen we bij Moeraki. Deze plaats staat bekend om de "Moeraki Boulders". Dit zijn grijze kogelronde keien met een omtrek tot wel 4 meter die verspreid liggen over circa 50 meter strand. Ze zijn zo'n 60 miljoen jaar geleden ontstaan. Wat het is en hoe het ontstaat weet niemand precies. Waarschijnlijk begint het met een klein steentje van leem.  Cementdeeltjes in de aarde hechten zich aan dit steentje zodat deze groter en groter wordt. Door ondergrondse druk wordt de bal uit de kustrand gedrukt en het zeewater spoelt het overige zand eromheen weg. Na verloop van tijd vallen ze uiteen in de zee.
We maken zelf een broodje waarna we verder rijden tot Dunedin. Hier gaan we op zoek naar een camping en komen terecht bij een top 10 Holiday Park Aaron Lodge, waar we voor NZ$ 32,00 een plek met stroom hebben. De camper is voorzien van een koelkast, een gasstel met oven en magnetron. Omdat er in de buurt geen restaurant is, warmen we zelf een pizza op. De camping heeft schoon sanitair en lekkere warme douches. In de camper hebben we ook wel een douche en toilet, maar dit is zo'n klein hokje dat we hier weinig gebruik van zullen maken. We willen dan ook zoveel mogelijk op campings overnachten. We veranderen de zithoek in een riant bed van bijna 2 bij 2 meter.

 

Maandag 11 september
Dunedin en omgeving, 77 km
Het bed is goed en we hebben vannacht heerlijk geslapen in de camper. Na een ontbijtje gaan we naar het schiereiland Otago. Via Pukehiki en Portobello rijden we naar Taiaroa Head. Sinds 1938 nestelen hier de koningsalbatrossen in de enige broedkolonie ter wereld op het vaste land. Deze vogel is de grootste soort albatros met een spanwijdte van meer dan 3 meter. Op zijn reusachtige vleugels zweeft hij soms dagen achtereen boven het water. Er zijn ongeveer 20 stelletjes die paren in november en broeden in december en januari. De jongen blijven tot september op het nest. Er waren nog maar een paar jongen en die laten zich helaas niet zien. De enige albatros die we te zien krijgen is een opgezette in het Royal Albatross Centre.
Bij de parkeerplaats is een loodrechte afhangende rotswand waar zich een aalscholverkolonie bevindt. Vanaf een uitzichtpunt zien we een groot aantal broedende aalscholvers. Naar Dunedin moeten we dezelfde weg terug tot Portobello. Vanaf daar nemen we een andere route en gaan we via Macandrew Bay, een mooie rit van totaal 77 km.
Het links rijden is nog wel wennen, vooral op smalle wegen, maar het is hier vrij rustig op de weg. Onderweg kopen we gebraden kip die we in de magnetron op kunnen warmen, ovenfriet en sla. Het koken in de camper gaat redelijk en het toilet is toch wel makkelijk. Vooral s'nachts en onderweg. We staan weer bij Aaron Lodge op dezelfde plek als gisteren. Het is alleen wel kouder.

 

Dinsdag 12 september
Dunedin - Invercargill, 304 km
Vandaag gaan we verder richting het zuiden via de toeristische Southern Scenic Route. Bij Balclutha gaan we de Catlins in, een route langs de kust en door dichte bossen. Onze eerste stop is Nugget Point. Deze afgelegen kaap rijst 130 meter boven het strand uit en steekt met een aantal rotsige tongen uit in zee.
Hier broed onder andere één van de zeldzaamste pinguïns, de geeloogpinguïn. De naam heeft deze pinguïn te danken aan de karakteristieke gele ogen. De Maori's noemen ze "hoiho" omdat ze dit geluid maken. Vanuit een observatiehut in Roaring Bay zien we er één aan land komen. 
Bij Florence Hill hebben we een mooi zicht op de kilometers lange zandstranden van Tautuku Bay. Even verderop bij Curio Bay zijn bij eb de 180 miljoen jaar oude resten van een versteend bos te zien. Helaas is het vloed en bovendien de hele dag al slecht weer dus we zien alleen maar een woeste zee tegen de kust beuken.
Na een mooie rit bereiken we onze eindbestemming voor vandaag, Invercargill, de zuidelijks gelegen stad van Nieuw Zeeland. We gaan op bezoek bij tante Riny en zetten de camper naast het huis op de parkeerplaats. Ze heeft lekker voor ons gekookt en nadat we bijgeklets hebben en de plannen voor morgen hebben doorgenomen gaan we naar de camper om te slapen.

 

Woensdag 13 september
Invercargill
Riny neemt ons vandaag mee om de omgeving van Invercargill te laten zien. Om te beginnen zien we wat van de stad en krijgen we een rondleiding door het zwembad. Daarna rijden we naar Bluff Hill op 265 meter hoogte vanwaar we een mooi uitzicht hebben op Stewart Island en Dog Island. Een minder mooi uitzicht is de aluminiumsmelterij Tiwai. Bij Stirling Point staat een bord met daarop Land's End en een internationale wegwijzer waarop de afstanden van Bluff naar de belangrijke wereldsteden staan aangegeven. Verder weg van Nederland kunnen we niet. Het maakt vanaf dit punt niet uit of we via Azië of Amerika naar huis vliegen, het is even ver. Bij Land's End's cafe/bar nemen we een Devonshire koffie met een vers gemaakte scone, jam en cream. Hier kopen we kaarten en een certificaat dat we het eind van Nieuw Zeeland (en de wereld) bereikt hebben. We maken een stevige wandeling door Bluff Hills en langs de kust komen we bij een oude vuurtoren. Vanaf deze plek is Stewart Island wat dichterbij.
Riny gaat vanmiddag kaarten en daarom zet ze ons af bij de Nederlandse winkel in het centrum van de stad. Ze is gek op appelstroop en omdat het thuis op is kopen we een nieuwe pot voor haar. Hierna gaan we eerst een broodje eten. Invercargill is een redelijk grote stad met als groen middelpunt Queens Park. Aan de rand van dit park ligt het Southland Museum and Art Gallery. Het museum heeft een piramidevormig dak en bevat diverse tentoonstellingen. Hier is ook de tuatara te vinden, een prehistorisch reptiel dat alleen nog in Nieuw Zeeland voorkomt en geen verdere verwanten meer heeft. Ze zijn de afgelopen 220 miljoen jaar nauwelijks veranderd. Ze worden niet langer dan 80 cm, kunnen wel 80 jaar worden en lijken op het eerste gezicht op hagedissen. Ze hebben echter een aantal unieke kenmerken zoals een derde ooglid en zelfs een derde oog in het midden van hun schedel. In het Maori betekent de naam tuatara "stekelige rug". 
Het is vanaf het museum niet zo ver meer lopen naar Riny en we komen bijna gelijk met haar thuis. Bijgekomen van al het lopen van vandaag worden we door Riny uitgenodigd om te gaan het eten bij restaurant Cobb & Co. Het is gezellig en het eten is heerlijk. In alle restaurants in Nieuw Zeeland hebben ze voor senioren een speciaal menu voor een lagere prijs.


Donderdag 14 september
Invercargill - Te Anau, 184 km
Na het ontbijt nemen we afscheid van Riny en krijgen eieren, kiwi's en sinaasappels mee. We vervolgen onze weg via de Southern Scenic Route door het Fjordland. Dit gebied ligt in het zuidwesten van het zuid eiland en strekt zich uit over een gebied van 1,2 miljoen ha. Het is een landschap met hoge bergen, regenwoud, fjorden en grote meren, zoals Doubtful Sound en Lake Manapouri.
Er valt jaarlijks meer dan 7 meter neerslag en is daarmee één van de regenrijkste gebieden ter wereld. Vanaf Orepuki rijden we in noordelijke richting. Vanaf de weg zien we Lake Manapouri met flinke golven en een strand met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen. Overal zien we mooie gele struiken. Het is ooit door de Schotten meegenomen en sinds die tijd groeit het als onkruid.
We hebben weer een mooie route gereden als we de camper voor de komende twee nachten neerzetten op Great Lakes Holiday Park. De camping ligt aan de rand van Te Anau, een gezellige toeristenplaats aan de oever van Lake Te Anau en het centrum van Fjordland. Bij een toeristeninfo boeken we voor de volgende dag een excursie naar Milford Sound. Sound. In Nieuw Zeeland mag er bijna nergens gerookt worden, ook niet in de horeca. In een restaurant eten is hier dus prettiger dan in Nederland en wordt door lokale bevolking veel gedaan.
Het eten bij restaurant the Ranch is lekker en redelijk geprijsd, voor NZ$ 52,00 hebben we twee maaltijden en wijn. Na nog wat internetten en een telefoontje naar huis gaan we vrij vroeg slapen want morgen is het weer vroeg dag.


Vrijdag 15 september
Milford Sound, 236 km
We moeten vroeg op, want om 7.45 uur worden we bij de camping door een bus van Atomic Shuttle opgehaald voor een dagtrip naar Milford Sound. Tijdens de twee uur durende rit wordt er regelmatig gestopt voor een wandeling en om foto's te maken. Omdat het nogal regent maken we maar één wandeling die zeker de moeite waard is, namelijk bij the Chasm, waar de Cleddau rivier door een smalle kloof 22 meter naar beneden stort. 
Er is maar één weg van Te Anau naar Milford Sound en je moet hoe dan ook door de Homer tunnel. In 1935 is een begin gemaakt met de 1270 meter lange tunnel die pas in 1954 is geopend voor verkeer. Het is een donkere tunnel, net breed genoeg voor twee auto's om elkaar te passeren. De weg is niet geasfalteerd en er sijpelt water langs de granieten wanden en van het plafond. Aangekomen in de haven van Milford moeten we nog even wachten voor we op de rondvaartboot kunnen en voor het eerst maken we kennis met de "sandflies".  Ze lijken op onze fruitvliegjes maar steken als muggen. Het is toch droog geworden maar het is wel fris. We maken een rondvaart van een uur door Milford Sound, het bekendste fjord van Nieuw Zeeland. Het fjord is 16 km lang, tot 400 meter diep, omringt door hoge en steile bergen en overal zijn watervallen te zien. Mitre Peak is de beroemdste berg. Dit is de hoogste berg ter wereld die rechtstreeks vanaf de zeebodem omhoog rijst met 1692 meter boven water en 311 meter onder water. Er zijn ook scenes opgenomen voor de film the Lord of the Rings.
Terug in Te Anau gaan we naar de bioscoop waar de half uur durende film Ata Whenua Shadowland draait. Een samenvatting van spectaculaire beelden van Fjordland die gedurende een aantal jaren en in verschillende jaargetijden zijn opgenomen vanuit een helikopter. We eten nog een keer bij the Ranch.


Zaterdag 16 september
Te Anau - Queenstown, 172 km
Vanaf Te Anau gaan we via Mossburn in de richting van Queenstown. Bij Kingston bereiken we Lake Wakatipu en rijden we de volgende tientallen kilometers over een mooie bochtige, heuvelachtige weg langs het meer. De waterstand van Lake Wakatipu stijgt en daalt in 5 minuten tijd ongeveer 12 cm. Volgens de Maori-legende komt dit doordat op de plek waar nu het meer is, ooit een reus in zijn slaap zou zijn verbrand. Maar zijn hart is altijd blijven kloppen waardoor de waterspiegel van dit "ademende meer" zo verandert.
De meeste wegen zijn tweebaans en ondanks alle bochten is de maximum snelheid 100 km per uur, ook op deze weg dus. Op veel plekken komen we langs schapenfarms en in het voorbij rijden zie je in deze tijd van het jaar de lammetjes geboren worden. Er wordt veel lamsvlees gegeten en 90% van deze lammetjes wordt uitgevoerd. De wol van Nieuw Zeelandse schapen wordt geroemd vanwege de lengte en de kleur. Sinds de jaren zeventig zijn er ook veel hertenfarms. Voor die tijd werden ze beschouwd als een plaag en omdat ze nog steeds als schadelijk te boek staan zijn er speciale vergunningen nodig voor het houden ervan.
Na een korte rit komen we vroeg in de middag aan in Queenstown waar we kamperen op Lake View Holiday Park. De camping ligt iets boven de stad en het is er behoorlijk druk. De stad ligt aan de oever dan Lake Wakatipu , is het toeristische centrum van het zuid eiland en staat bekend om bungeejumpen, rafting, jetboating en skiën. Sneeuwkanonnen zorgen ervoor dat er in de winter (van juli tot oktober) altijd goed geskied kan worden.
Het is wel een aardig stadje om even door heen te lopen en winkeltjes te kijken maar wij vinden het te toeristisch. Bij een turks restaurant hebben we kipdonor meegenomen en met wat zelf gebakken ovenfrietjes en sla eten we dit in de camper op.

 

Zondag 17 september
Queenstown - Haast, 256 km
Vlak bij Queenstown ligt het gouddelverstadje Arrowtown. De plaats is gerestaureerd en heeft cafés, winkels, een postkantoor en veel schilderachtige mijnwerkershuisjes. Over highway 84 rijden we door een landschappelijke route met haarspeldbochten naar Wanaka, gelegen aan het gelijknamige meer. Lake Wanaka is het op drie na grootste meer van het land.
Via highway 6 rijden we vervolgens verder in noordelijke richting en doorkruisen the Neck. Een smalle vallei met aan de ene kant Lake Hawea en aan de andere kant Lake Wanaka. We zitten nog steeds in het regenwoud en komen over Haast Pass die het binnenland van Otago verbindt met de westkust. Deze bergpas is met zijn 563 meter de laagste en zuidelijkste van de vier overgangen over de zuidelijke alpen. De weg volgt de rivier de Haast. Onderweg nemen we een kijkje bij de Fantail Falls, die zich in de vorm een waaier uitvouwen aan de voet van Fantail Creek. Het dorp Haast stelt niet veel voor en heeft naast een benzinestation, DOC-informatiekantoor en een winkel ook een camping. Van deze camping, Haast Lodge, maken we dan ook dankbaar gebruik. Onderweg hebben we al nasi met saté gehaald zodat we vanavond zelf koken in de camper.

 

Maandag 18 september
Haast - Franz Jozef Village, 162 km
Bij Haast zijn we terechtgekomen aan de westkust van het eiland. Tot aan het schitterende uitkijkpunt Knights Point loopt de weg constant langs de kust en rijden we het Westland national park in. Dit park strekt zich uit van de hoogste toppen van de zuidelijke Alpen tot aan de verlaten stranden aan de Tasmanzee. De smalle landstrook is nergens breder dan 50 km en biedt een grote verscheidenheid aan landschapsvormen. Zo zien we de zee, meren, regenwoud, besneeuwde bergtoppen en gletsjers.
De belangrijkste gletsjers zijn de Franz Jozef Glacier en de Fox Glacier. Nergens ter wereld zijn op zo geringe hoogte gletsjers te zien. Ze zijn van de toppen van de Alpen afgegleden naar de dalen en vanaf het laagste punt is het maar 12 km naar zee. Het heeft kunnen ontstaan door de unieke ligging: op een helling die uitkomt in smalle valleien er voor zorgen dat de omlaag glijdende sneeuw-en ijsmassa's in de richting van de zee gaan. Op weg naar de Fox Glacier is duidelijk dat de gletsjers in de loop van de jaren verder richting zee geschoven zijn. Langs de weg staan borden met jaartallen waaruit blijkt dat de gletsjer ooit tot dat punt kwam. Bij Fox Glacier Walk maken we een wandeling die ons dichter bij de gletsjer brengt. Er zijn veel andere wandelingen te maken waarbij hangbruggen vaak de enige verbindingswegen zijn.
We rijden door tot Franz Jozef Village waar we de camper neerzetten op Forest Holiday Park, een mooie camping midden in het regenwoud. Hier bellen we Ben en Cilia om wat te regelen voor onze laatste nacht in Nieuw Zeeland. Vandaag hebben we weer een mooie route gereden.

 

Dinsdag 19 september
Franz Jozef Village - Greymouth, 210 km
Het heeft de hele nacht behoorlijk geregend en dat doet het nog steeds. We willen toch de Franz Jozef Glacier wel zien en maken in de stromende regen een korte wandeling die ons bij een uitkijkpunt brengt waar we de gletsjer van een afstand kunnen bekijken. We rijden nog steeds langs de westkust in noordelijke richting. Bij the Forks gaan we naar Okarito, de plek waar Abel Tasman op 18 december 1642 voor het eerst de kust in het oog kreeg van de eilanden die tegenwoordig Nieuw Zeeland vormen. Een gedenksteen herinnert hieraan. Hij ging voor anker en die avond kwamen er kano's met Maori's langzij om zijn schepen te inspecteren. Toen ze de volgende dag terug kwamen vielen ze aan en doodden vier zeelieden. Tasman noemde de baai daarom moordenaarsbaai, de huidige Golden Bay. Hierna zette hij nergens meer een voet aan wal op het land wat hij Statenland noemde.
Langs Lake Ianthe, met het enige café in de verre omtrek, komen we bij Ross. Dit goudmijnstadje is gelegen op één van de rijkste goudafzettingen van Nieuw Zeeland en in 1907 werd hier de grootste goudklomp, hij woog 2,83 kilo, opgegraven die ooit in het land is gevonden. In het oude gebouw van de Bank of New South Wales (1870) een bezoekerscentrum gevestigd waar je ook zelf met een zeef aan de gang kan om goud te zoeken. De mijngroeve bij het plaatsje staat inmiddels vol met water.
Als we aankomen in Greymouth is het eindelijk droog geworden. In de stad kopen we Nieuw Zeelandse ouzo en het lokale bier Steinlager. In een gids hebben we een camping gezien die vlak bij het centrum ligt en waar ze ook plaatsen met stroom hebben. Als we gaan kijken blijkt dat het een plekje is op de parkeerplaats van het benzinestation, tussen de auto's die te koop staan. Een douche en toilet zijn te vinden in het gebouw van het benzinestation. We vinden dit toch niet echt een locatie waar we rustig kunnen slapen en gaan naar de aan zee gelegen top 10 camping Greymouth, waar we twee nachten blijven.

 

Woensdag 20 september
Greymouth en omgeving, 117 km
Na een keer wat later te zijn opgestaan dan anders vertrekken we richting Punakaika. Hier zijn de Pancake Rocks, steenlagen die eruit zien als een stapel pannenkoeken en die direct voor de kust uit zee oprijzen. Door de eeuwen heen heeft het spel van de wind en de golven het zachte kalkgesteente bizarre vormen gegeven. De formaties zijn eerst omhooggestuwd en vervolgens door de golven geërodeerd, zodat er bogen en onderwatergrotten met spuitgaten ontstonden, de zogenaamde Blowholes. Het is indrukwekkend om te zien hoe de zee bij de Blowholes met een enorme kracht omhoog wordt gespoten. Net als veel andere bezienswaardigheden kunnen we gratis van dit alles genieten.
Vlak bij Greymouth ligt Shantytown, een openluchtmuseum dat weergeeft hoe een gouddelverstadje er rond 1860 uit moet hebben gezien. Er staan meer dan 30 gebouwen waaronder winkels, stallen, een gevangenis, een postkantoor, een hotel en een kerk.
Er rijdt een stoomtrein die je naar de plek brengt waar je zelf goud kunt wassen. Onderweg maakt de trein een stop waar je de mogelijkheid hebt om de locomotief van binnen te bekijken. Hier zien we een echt Nieuw Zeelandse vogel, de Weka. Een grote bruine vogel die nieuwsgierig is en niet kan vliegen waardoor hij een makkelijke prooi was voor de Maori's en de vroegere Europeaanse kolonisten. Als we terug zijn op de camping hebben we 117 km gereden.

 

Donderdag 21 september
Greymouth - Christchurch, 259 km
Vanmorgen rijden we via Arthur's Pass National Park in oostelijke richting. Het is het op vijf na grootste park met aan de westzijde de Alpen met een regenwoud en aan de oostzijde bossen met begroeiden vlakten. Het eerste stuk op highway 73 van Jacksons tot aan Arthur's Pass is een vrij steile klim door een verlaten berglandschap en een nauwe kloof met tunnels en bruggen. De weg over Arthur's Pass is met zijn 924 meter de hoogste weg over de Alpen. Voorbij het plaatsje Arthur's Pass Village rijden we een heel eind door een vlak landschap met beemdgras begroeide bekkens en een bos van mountain beech, een schijn beuksoort. Daarna gaan we weer de bergen in en komen over Porters Pass. 
In heel Nieuw Zeeland zijn er veel bruggen met maar één rijbaan, ofwel een one lane bridge. Soms is het dezelfde brug waar ook de trein over heen gaat.
Halverwege de middag komen we aan in Christchurch, het eindpunt van onze campertocht. We gaan voor de laatste twee nachten dat we de camper hebben naar een Top 10 park, Meadow genaamd. Op loopafstand van de camping ligt een groot winkelcentrum, Northlands Mall in de wijk Papanui, waar we wat winkelen. Op weg naar de camping komen we een kapsalon tegen waar Ted voor NZ$ 10,00 zijn haar laat knippen.
Daarna gaan we met de bus naar het centrum en vragen de chauffeur om ons bij het Casino te waarschuwen omdat hier een grieks restaurant in de buurt zit waar we willen gaan eten. Jammer genoeg vergeet ze dat zodat we midden in het centrum uitkomen en absoluut niet weten welke kant we nu op moeten. Als we het vragen aan een Maleisiër kunnen we met hem meelopen want hij is op weg naar het casino. Hij vertelt dat hij in Nelson woont en hier is voor zaken. Zo komen we via het Hagley Park toch nog terecht bij restaurant Santorini. Naar achteraf blijkt via een gigantische omweg.

 

Vrijdag 22 september
Christchurch
We slapen eerst lekker uit en gaan dan voor NZ$ 5,00 per enkele reis met de bus naar het centrum. Bij een muziekwinkel zien we een mooie fretloze basgitaar staan die Ted wel even wil proberen. We raken aan de praat met de eigenaar van de zaak. Als duidelijk wordt dat we geen gitaar zullen kopen probeert hij het met een pedaal. Hij doet heel geheimzinnig en blijkt een pedaal te hebben wat alleen maar in Nieuw Zeeland gemaakt en verkocht wordt, zelfs na de opmerking van de verkoper "Mark Knopfler has one !" kopen we dit ook niet. Als we langs de bibliotheek komen gaan we even internetten. In de bieb zit een man die zijn helm nog op heeft en een ander zit hard te lachen terwijl hij met een koptelefoon op naar de TV zit te kijken. 
We gaan naar Cathedral Square waar de Christchurch Cathedral staat en het kunstwerk Chalice. Met deze permanente sculptuur vierde men het nieuwe millennium en het 150-jarig bestaan van de oprichting van Christchurch en Canterbury door de Canterbury Association. Het kunstwerk is 18 meter hoog en heeft een diameter van 1,2 meter bij de grond en 8,5 meter bovenaan. Op 7 september 2001 werd er een officiële licht ceremonie gehouden. Op het plein loopt de "towncrier" in middeleeuwse Britse kledij, die om twaalf uur zijn verhaal doet. Christchurch staat bekend als de groene stad waar ruim éénderde van de stad bestaat uit parken en tuinen. 
Voordat we met de bus terug gaan naar de camping maken we een rondje met de Red Bus, een shuttlebus die gratis door de stad rijdt. Op elke camping zijn wasmachines en droogtrommels en voor de laatste keer was ik alles. Iets wat we nog nooit eerder gezien hebben is een patat automaat, er komen zelfs lekkere frietjes uit. Het is de hele dag al heerlijk weer en voor het eerst deze vakantie kunnen we buiten een borrel drinken. In Northlands Mall eten we vanavond bij de Mc Donalds.

 

Zaterdag 23 september
Christchurch
Om tien uur moeten we van de camping af en voor 16.00 uur de camper inleveren. Omdat we het niet redden om voor tien uur alles in te pakken en de camper een beetje schoon te maken, rijden we naar een rustig plekje toe waar we dat op ons gemak kunnen doen. Voor de laatste keer maken we een broodje klaar in de camper. Samengevat is de camper wel bevallen vooral omdat je altijd alles bij je hebt en makkelijk zelf je lunch kan maken. Het is, wat ons betreft, jammer dat er in de buurt van de campings geen restaurants zijn. Omdat wij geen zin hadden om aan het eind van de dag nog naar een restaurant te rijden hebben we veel zelf gekookt. We hebben ook prima geslapen, maar het blijft kamperen.
Als we bij Ben en Cilia komen zijn ze nog niet thuis dus gaan we eerst de camper maar wegbrengen. Hier bellen we ze op en al snel is Ben bij Apollo om ons op te halen. We maken er een rustig dagje van en eten vanavond bij Hoon Hay 88. Een buffetrestaurant waar ze in totaal 88 gerechten hebben en waar we lekker hebben gegeten. We gaan niet al te laat naar bed want morgen hebben we een lange dag voor de boeg.

 

Zondag 24 september
Christchurch - Perth, 5059 km
Na een ontbijt in onze "bed and breakfast" nemen Ben en Cilia ons mee voor een rit over de Summit Road door Port Hills. Dit is de noordelijke kant van een 12 miljoen oude, uitgedoofde vulkaan. Ten zuiden van de wijk Cashmere rijden we via Dyers Pass Road omhoog naar Victoria Park. Verder de heuvels in komen we bij the Sign of the Takaha, een kasteel in middeleeuwse bouwstijl, waar voorheen een theehuis gevestigd was en tegenwoordig een restaurant.
Een stukje verderop ligt een ander restaurant, the Sign of the Kiwi. Vanaf de uitkijkpunten bij deze restaurants hebben we een prachtig zicht over Christchurch en de Canterbury Plains. Het is ook mogelijk om met een gondel naar boven te gaan. Bij weer een ander uitkijkpunt hebben we een mooi zicht op de kleine havenstad Lyttleton. Hier staat het historische Timeball Station waar men dagelijks om 13.00 uur met een ballon de exacte tijd laat zien, vroeger speciaal bedoeld voor de zeelui. Wanneer een schip aankwam en er waren zieke mensen aan boord dan moest het schip doorvaren naar het nabij gelegen Quail Eiland wat ooit werd gebruikt als lepra eiland. We rijden verder naar Windy Rock Point waar we uitkijken over een kolenmijn en waar we een kopje koffie drinken. Na wat rondgekeken te hebben in Lyttleton rijden we door een tunnel terug naar huis.
We hebben nog net tijd om een paar eigen gebakken boterhammen te eten voor Ben en Cilia ons naar het vliegveld brengen voor onze vlucht naar Sydney. Voor we door de douane gaan moeten we eerst een uitreisvisum invullen.


We gaan nog een aantal dagen naar Perth waarna we weer naar huis gaan.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.